“Gewicht verliezen”, dat is hoe ‘afvallen’ omschreven staat in het woordenboek. De basis van gewicht verliezen is eigenlijk heel simpel. Je moet zorgen dat je minder calorieën binnen krijgt dan je verbrandt.
Je lichaam komt op deze manier energie te kort en gaat dit aanvullen met de reserves die zijn opgeslagen in je lichaam. Het gevolg hiervan is dat je gewicht verliest.
Perfect bedacht, maar hoe doe je dit nu in de praktijk?
Perfect bedacht, maar hoe doe je dit nu in de praktijk? Want er is geen enkele dag hetzelfde, je gaat niet iedere dag honderd kilometer fietsen. Soms ga je maar dertig kilometer, soms fiets je niet en wellicht ga doe je ook nog een andere sport of activiteiten.
Het calorietekort dat je nodig hebt om af te vallen, kun je op drie manieren creëren:
- Meer calorieën verbranden door bewegen.
- Minder calorieën eten.
- Een combinatie van 1 en 2.
Fietsen en afvallen
In ons geval willen we fietsen en afvallen. De combinatie van bewegen en een goed voedingspatroon zorgt voor de snelste resultaten, maar tegelijkertijd is het ook de moeilijkste combinatie.
Als je wilt afvallen, is een extra ritje op je fiets zo gemaakt. Dat hoef ik je vast niet uit te leggen. Zeker als je jouw fietsactiviteiten bijhoudt, zie je dat je zo een paar honderd calorieën gedag zegt tijdens een ritje.
De ellende begint als je spaghettibenen krijgt tijdens het fietsen
Minder calorieën eten is vaak ook niet het probleem op zich. Maar de ellende begint als je ‘spaghettibenen’ krijgt tijdens het fietsen. Benen waar de kracht uit is. Duizelig worden tijdens het sporten is ook een veel gehoord probleem. Dat wil je niet.
Voeden in plaats van vullen
De sleutel van het succes ligt in het verschil tussen voeden en vullen. Vullen is makkelijk, je vult je maag met eten. Je eet wat je wilt, wat je denkt dat goed is en je maag is vol.
Voeden is lastiger. Je eet daarbij ook je maag vol, maar daarnaast voed je ook je lichaam. Je denkt na over wát je in je maag stopt.
Dus… wat te eten?
Onze voeding bestaat uit:
- koolhydraten (brandstof)
- eiwitten (bouwstof)
- vetten (brandstof en beschermstof)
Het verhaal is een beetje technisch, maar zie ons lichaam als een machine. Een machine heeft brandstof nodig om te werken. Indien het geen brandstof krijgt, hebben we altijd nog een reservetank. De reservetank is in dit geval onze vetopslag.
Het kost ons lichaam behoorlijk wat moeite om de reservetank aan te breken. Ons lichaam is gemaakt om de voeding die het binnen krijgt, te gebruiken. Wat over is, gaat naar de reservetank.
Energie komt langzaam vrij
Als je op langere termijn te veel in je reservetank stopt, kom je aan. Het nadeel van je reservetank is dat deze energie niet per direct beschikbaar is. De energie uit je reserves komt dus langzamer vrij dan de energie uit je voeding.
De goede balans in je voeding creëer je door een kloppende combinatie van koolhydraten, eiwitten en vetten. Je zou dus iedere dag aan jezelf moeten vragen wat je die dag gaat doen. Ga je sporten? Ga je fietsen? En hoe lang ga je fietsen?
Je zou iedere dag aan jezelf moeten vragen wat je die dag gaat doen
Stel jezelf eigenlijk de vraag: hoeveel brandstof heb ik nodig? Met in je achterhoofd de kennis dat je koolhydraten nodig hebt om te verbranden, eiwit om te bouwen en vet om te beschermen, kun je voor jezelf bepalen wat jij nodig hebt.
Tot dusver de theorie. In mijn volgende blogbericht vertel ik meer praktisch hoe je je lichaam bewust voedt. Wat te eten tijdens een rustdag? Hoe zorg je dat je genoeg power hebt als je gaat fietsen? Je leest het morgen op Zijwielrent.nl.
Volg deze blog
