Fietsverhalen

Fietselfstedentocht: Friesland bewonderen vanaf de fiets

Van tevoren ben ik wel degelijk zenuwachtig, want mijn laatste lange rit was de Ronde van Nijmegen op 14 mei. En sinds de val van Bart in de Klimclassic heb ik mijn fiets niet meer aangeraakt. Kortom, kan ik die 235 kilometer, verder dan ik ooit heb gefietst, op 5 juni wel aan?

“Ik zou het echt stom vinden als je niet ging”, spoort Bart me aan. En hij heeft gelijk. Ondanks mijn twijfels wil ik deze tocht niet laten schieten. Mijn nieuwe Basso roept, de zon straalt, mijn lijf wil in actie komen. Ik heb lang genoeg stilgezeten. Ik wil Friesland wel eens bewonderen vanaf de fiets. Bovendien gaan mijn fietsmaatjes uit Breda ook.

Hotel in Workum

En zo vertrek ik samen met Coen en Bart Verkroost richting Workum, waar we een overnachting hebben geboekt in hotel ‘Aan de Wymerts’. Dit keer eens niet in de Peugeot met mijn fiets op het dak, maar in de riante Ford van Coen, waar mijn fiets veilig achterop de drager kan. In Workum ontmoeten we onze andere teammaatjes: Ellen, Cor en Arjan.

Fietsendrager

Mijn fiets samen met een Cannondale en Willier achterop de Ford.

Fietsende kippen

Wat ik van de Fietselfstedentocht verwacht? Véél fietsers, van alle pluimage. Ik heb verhalen gehoord over deelnemers die als kip verkleed gaan. Stadsfietsen, ligfietsen, MTB’s en racefietsen door elkaar… Veel folkore en publiek langs de straten. Een landschap dat, vermoed ik, vergelijkbaar is met dat van Noord-Holland: vlak, groen en hopelijk met een strakblauwe lucht erboven.

Maar vooral: prachtige historische steden, vol monumentale huizen. Bruggetjes, luiken, gietijzer en oude klinkers. Pittoresk en heel erg Nederlands.

Fietselfstedentocht 2017

15.000 fietsers in alle soorten en maten doen mee aan de Fietselfstedentocht.

Het wachten op de eerste stempel duurt wel erg lang

Op Pinkstermaandag fietsen we vanuit Workum naar de start in Bolsward. Al direct lopen we vertraging op: in plaats van om 7:40 uur kunnen we pas rond 8:15 beginnen aan onze tocht. Dit zorgt in ons groepje voor wat gemopper: het wachten op de eerste stempel duurde wel erg lang.

Maar eenmaal vertrokken, zijn we dat gauw vergeten. De samenwerking in dit groepje gaat goed! We hebben al vaak met elkaar gefietst en zijn prima op elkaar ingespeeld.

We hebben de wind in onze rug en voor we het weten, komen we aan bij de eerste stempelpost.  Ik herken de haven van Harlingen. Hier ben ik één keer eerder geweest, toen ik met Bart ging fietsen op Terschelling. Vijftien stempels moeten er aan het eind van de tocht op mijn stempelkaart staan.

Steeds moeten we een stukje lopen om bij de vrijwilligers te komen die onze kaarten van het bewijs voorzien .

Vlagerige wind

Het eerste deel van de tocht gaat het fietsen als vanzelf. “Ik heb het gevoel dat ik nog niets heb gedaan”, merkt Arjan, die net als ik nog nooit deze lange afstand heeft gereden, na 90 kilometer op.

Ik weet wat hij bedoelt. Toch is het opletten geblazen. De wind is vlagerig en dat zorgt, in combinatie met de grote drukte en de snelheidsverschillen onder de deelnemers, voor onrust. Regelmatig schuift de sliert fietsers als een harmonica in elkaar.

Hier en daar zien we een gevallen renner met de ambulance erbij. Een waarschuwing die we ons ter harte nemen. We hebben allemaal recent een val meegemaakt, aan den lijve ondervonden of van heel nabij. “Veiligheid boven alles”, zegt Ellen nog maar eens. Dat is ons motto voor vandaag.

Elfstedentocht vrouwenwielrennen

Naast mij op de foto fietst Ellen. “Veiligheid boven alles”, zegt zij nog maar eens. Foto: Sportplaat.nl.

Elke stad is even mooi en steeds is er wat anders te bewonderen

Hé, daar is weer een stempelpost! Al gauw raak ik de tel kwijt van de steden waar we moeten stempelen. Elk stadje is even mooi en steeds is er wat anders te bewonderen.

Van de scheve toren in Leeuwarden en het fraaie stadhuis van Franeker, tot de brug in Hindeloopen. Wat bijzonder dat Sloten nog oude vestingmuren heeft. En zijn dat niet de twee torens van de waterpoort van Sneek?

Ik val van de ene verbazing in de andere. Ik wist dat Friesland mooie steden had, maar niet dat ze zo goed bewaard zijn gebleven. Je wordt teruggeworpen in de tijd. Vaak kijk ik op mijn stempelkaart en neem ik me voor: “Hier kom ik zeker nog terug”. Deze fietstocht is een geweldige promotie voor Friesland.

Brug in Hindeloopen, Fietselfstedentocht

Opperste concentratie: klunen op je raceschoentjes over de brug in Hindeloopen.

Wordt in ons groepje aanvankelijk wat gemopperd over de vele stempelposten en de korte afstanden ertussen – die toerfietsers willen altijd maar dóór – , gaandeweg beginnen we te onthaasten. We komen in de ban van de Elfstedentocht.

Het zijn de mensen langs de kant die deze tocht zo bijzonder maken

“Die folklore interesseert mij niet zo, het gaat mij gewoon om de route”, heb ik van tevoren gezegd.  Nou, daar kom ik van terug. Het zijn juist de mensen langs de kant die deze tocht zo bijzonder maken.

Complete families hebben zich geïnstalleerd met tuinstoelen, barbecues en radio’s. Dan weer horen we een volkszanger, even verderop knalt hardstyle uit de boxen. Een vriendengroep heeft zich omringd met manshoge geluidsboxen en bierkratten, de voorbij wandelende fietsers registreren ze al niet meer. Zo niet de vele kinderen langs de kant, die hun handen uitsteken zodat wij ze kunnen aanraken, alsof we beroemde renners zijn.

Fiets elfstedentocht

Cor ontpopt zich tijdens de Fietselfstedentocht als een fietsende volksmenner.

Carnaval

We wandelen op onze raceschoenen langs een melig dweilorkest dat zo uit Brabant of Limburg weggeplukt lijkt. Hoezo Friezen nuchter? Het is hier gewoon carnaval!

“Hééééééj”, klinkt het voortdurend in het voorbijgaan. Ook na uren zijn de mensen het aanmoedigen nog niet beu. Als het stil blijft, hoeven Bart of Cor maar met hun arm te zwaaien of het het gejoel klinkt op. “Laat je horen!”, roept Cor, die zich ontpopt tot een fietsende volksmenner.

Steeds beter voel en begrijp ik de waarde van de traditie rond deze tocht, die al meer dan honderd jaar verreden wordt. Je moet wel van steen zijn om niet geraakt te worden door het enthousiasme en de hartelijkheid van de Friezen.

Hindeloopen vanaf de brug

Hindeloopen, gezien vanaf het bruggetje. Foto: Cor Seijkens

Cultureel erfgoed

“Voor de mensen hier is deze tocht cultureel erfgoed, het zit in de Friese genen”, legt Arjan uit. Fries van oorsprong, fietst hij de hele dag al rond met een gelukzalige grijns op zijn gezicht. Dat hij nu deze legendarische tocht rijdt, die in zijn familie in hoog aanzien staat, vervult hem van trots.

Net voorbij Minnertsga staat Arjans familie langs de weg. “Hoekstra!”, roepen en zwaaien we. Die naam komen we tijdens de tocht nog vaak tegen op uithangborden en etalageruiten.

Met de verkleedpartijen op de fiets valt het trouwens wel mee. Fietsende kippen kom ik niet tegen. Wel gespot: een levensgrote knuffelbeer in een bakfiets, een in Tirolerpak gehesen wielrenner en véél ludiek geklede koppels op de tandem, al dan niet met radio en bierblikjes op de bagagedrager.

Arjan Hoekstra bij het Stadhuis in Franeker. De lach is de hele dag niet van zijn gezicht te krijgen.

Windkracht 4 tegen

Na ongeveer 100 kilometer draait de route en krijgen we de wind tegen. De windkracht 4, die ons zo lang vleugels gaf, werpt nu ineens een barrière op.

Toch kunnen we goed tempo blijven maken want we zijn een echt team. Hier en daar pikken we aan achter andere fietsers, maar meestal rijden we als groep ons eigen tempo, daarbij velen inhalend.

Als team sleep je elkaar er doorheen. Dat is volkomen vanzelfsprekend

Indien mogelijk vormen we een waaier. Als er een gat valt, wordt het tempo ingehouden en de achterblijver teruggehaald. Dat gebeurt volslagen vanzelfsprekend, overleg is amper nodig. Het is zo fijn om met mensen op pad te zijn waarop je kan bouwen! Als team sleep je elkaar er doorheen.

Dit, in combinatie met de vele stempelposten, maakt dat het zwaarste deel van de tocht gevoelsmatig al heel snel voorbij is – in elk geval vóórdat het echt zwaar kan worden.

Fiets elfstedentocht Zijwielrent

Als team helpen we elkaar door de moeilijke stukjes heen.

Het zonlicht zet de fietsers in vuur en vlam, een magisch moment

We zijn inmiddels onderin de tweede lus van de route aangekomen. Het warm gekleurde zonlicht verraadt dat we al uren op de fiets zitten. Even na Oudemirdum zie ik in mijn linkerooghoek een met zeil bedekte akker. “Kijk daar, het IJsselmeer”, roept onze gids Arjan. Ik kijk nog eens.

Wauw, inderdaad. De onverwachte aanblik van het water bezorgt me een schokje. Ik ben onder de indruk. Het IJsselmeer heb ik nog niet vaak gezien. Fantastisch, we gaan er langs af fietsen!

IJsselmeer

Zo vaak heb ik het IJsselmeer nog niet gezien en vandaag ligt het er prachtig bij. Foto: Cor Seijkens.

Magisch moment

Het water lijkt wel licht te geven. Wolken schuiven voor de zon en een paar seconden lang wordt de omgeving verduisterd. Een krans van zonnestralen schiet achter de wolken tevoorschijn en even staan wij fietsers in vuur en vlam. Wat een magisch moment.

Vergeten ben ik de 200 kilometer die ik in mijn benen heb. Dit zijn de geluksmomenten die ik enkel beleef op de fiets. Hier fiets ik langs het IJsselmeer, in de avondzon, met vrienden, op mijn nieuwe fiets. Dit had ik voor geen goud willen missen.

Fiets Elfstedentocht

Even staat de hele omgeving in vuur en vlam. Een magisch moment. Foto: Cor Seijkens.

Hartige hap

We houden even verderop pauze bij een strandtentje aan het IJsselmeer, waar ik een hamburger bestel en een Radler 0,0%. Heerlijk! De hartige hap doet ons goed. Die laatste 30 kilometer worden vast een eitje, lekker met de wind in de rug.

Het laatste stuk gaat inderdaad vanzelf. Misschien komt het door de meewind of de vele pauzes. Ook de vele aanmoedigingen en bordjes met “De laatste loodjes” maken dat we een tandje bijzetten.

Friesland wielrenners

In de avondzon fietsen we het laatste stuk van de Fietselfstedentocht met groot gemak. Foto: Cor Seijkens.

Vergezeld door onze lange schaduwen lijken we wel terug naar de finish te vliegen. Ik vind het zelfs jammer als we weer in Bolsward aankomen. Het ging net zo lekker!

Vol energie stappen we af bij het finishfestival. Blije gezichten, high fives: wat een topdag.

Finish Fietselfstedentocht

Blije gezichten, high fives: wat een top dag.

De MTB’s, tandems en stadsfietsen: allemaal rijden ze die 235 kilometer uit

Terug fietsend naar Workum komen we ze tegen: de stadsfietsen, de mountainbikes, de dikke banden racers. De tandemrijders met hun blikjes bier op de bagagedrager. Allemaal rijden ze die 235 kilometer uit. Daar kunnen wij, met onze lichte racefietsjes, alleen maar respect voor hebben. “Wij vinden onszelf heel wat dat we dit hebben gedaan, maar als je hen bekijkt, zijn we helemaal niks”, merkt Bart Verkroost op.

Bij het hotel in Workum aangekomen heb ik 260 kilometer op de teller staan. Daar ben ik best trots op. Zo’n lange afstand heb ik nog nooit gefietst! “Volgend jaar weer? Ik zei van niet… maar het is aan het kantelen”, zegt Cor. En zo denk ik er ook over. De feestvreugde van de Friezen heeft mijn hart gestolen.

En nu: Milaan – San Remo

De geslaagde Fietselfstedentocht heeft mij het vertrouwen gegeven om voor komend weekend een andere uitdaging aan te gaan. Last minute heb ik besloten om mij aan te melden voor de 299 kilometer lange granfondo Milano-San Remo. Een korte trip van drie dagen met Wielerbus

Gelukkig heb ik al ervaring met de Marmotte en Granfondo Sportful Dolomiti, want dit is een granfondo waar ik met ontzag naar kijk. Toch nog iets moois om te doen met al die trainingskilometers. Of het gaat lukken en hoe het was? Dat lees je volgende week op mijn blog!

Volg deze blog Hoofdfoto bij artikel: Sportplaat.nl.

Janneke Scheepers van Zijwielrent.nl
Janneke Scheepers

Leuk dat je komt kijken! Ik ben Janneke Scheepers, in 2007 begonnen met wielrennen. De sport heeft mijn leven verrijkt en daar vertel ik graag over. Met mijn verhalen wil ik laten zien hoe geweldig het is om te wielrennen, of je nou fietst ter ontspanning of heel fanatiek bent. Ik vind het leuk als je reageert op mijn artikelen. Laat weten wat je denkt!