ingrid tijdens de test

Mijn jaarlijkse sportmedische onderzoek

Hoe goed is het met mijn conditie gesteld? En in welke zones kan ik het beste trainen? Elk jaar doe ik een sportmedisch onderzoek.  Niet alleen omdat ik het leuk vind om naar grafiekjes en cijfers over mijn sportprestaties te kijken en te zien waar verbetering ligt. Of om een medische verklaring voor sportevenementen in het buitenland te krijgen. Ook omdat ik zeker wil weten dat al dat zware sporten verantwoord is voor mijn lijf en dat er niet onverwachts ‘verborgen gebreken’ om de hoek komen kijken. Het is niet zelden dat je hoort dat fitte sporters omvallen met hartklachten, die met zo’n onderzoek boven water hadden gekomen. Een sportmedisch onderzoek is overigens niet alleen voor topsporters of mensen die lichamelijke een risico lopen of klachten hebben. Maar voor iedereen die zijn prestatie wil verbeteren, zijn fitheid wil meten. Ook gewoon als ‘recreant’ dus. En als je aanvullend verzekerd bent, dan krijg je het gewoon vergoed (hoeveel is overigens afhankelijk van je verzekering). Ik zal jullie vandaag wat vertellen over mijn sportmedische onderzoek.

Vol goede hoop op weg naar de Marmotte
Begin april liep ik de marathon van Rotterdam. Niet in mijn allersnelste tijd ooit, maar met 3.32 uur was ik meer dan tevreden na een druk jaar inclusief verbouwing en verhuizing. Na de 42,195 km veeg ik altijd het stof van mijn racefiets en begint mijn ‘fietsseizoen’. In juli staat de Marmotte voor de deur. Nog in extase van mijn boven verwachting relatief snelle marathontijd, stond ik in de startblokken om ook mijn derde Marmotte weer onder de 9 uur te fietsen. Vol goede hoop en met een tasje sportkleding ga ik weer naar Sportgeneeskunde Rotterdam waar ik altijd mijn test laat doen.

Bewegingswetenschapper Iris prikt wat bloed uit mijn vinger. Cholesterol en suiker zijn prima. Dat is mooi, het afgelopen jaar zijn er namelijk stiekem wat meer pizza’s en koekjes door mijn mond gegaan. Die overigens wel zichtbaar waren op de weegschaal en tijdens de vetmeting: 58 kilo met 22,9% vet bij een lichaamslengte van 1.69. Oeps. Dat zijn drie kilo’s meer dan voor de marathon. Overigens zou bij mijn leeftijd voor gezondheids- en sportprestaties een gewicht van 60 kilo en vetpercentage van 25% optimaal zijn, zegt het rapport. Toch laat ik de pizza’s voorlopig even voor wat ze zijn.

Door hard te blazen in een buisje met een apparaat, meet Iris mijn longfunctie en vervolgens plakt ze een stel zuignappen op om een hartfilmpje in rust te maken. En daarna mag ik op de fiets. Mét masker om mijn zuurstofopname te meten en om de vier minuten kleine bloedprikjes uit mijn oorlel om naast mijn anaerobe drempel (omslagpunt) ook de aerobe drempel te kunnen meten.

Het meten van die lactaatconcentratie in het bloed is namelijk een goede graadmeter om fitheid te meten en te analyseren vanaf welk punt ik ga verzuren. Ze bepalen zo mijn huidige prestatieniveau én gebruiken de gegevens voor gepersonaliseerde informatie voor mijn training en dus meer rendement uit mijn trainingen te kunnen halen.


Zware test: een tegenvaller
Eerlijk is eerlijk: zo’n masker tijdens het fietsen geeft best een claustrofobisch gevoel. Geef mij maar frisse berglucht in de Alpen. Het trappen begint ontspannen en wordt om de vier minuten een stukje zwaarder. Tijdens mijn test vorig jaar haalde ik een vermogen van 275 watt. Een paar jaar ervoor zelfs meer dan 300. Ik verwacht wel tussen de 275 en 300 te kunnen eindigen. Richting de 150 watt begin ik het al lastiger te krijgen. Dat is best vreemd. Iris zet de ventilator een paar standjes hoger en moedigt me aan. Bij 213 watt kan ik echt niet meer en geven mijn benen het op. Ai, dat voelt toch alsof je de Marmotte fietst en de Alpe d’Huez op het einde niet meer op komt. Best een teleurstelling!

ingrid tijdens de test

Afwijkend hartfilmpje
Met sportarts Suzan de Jonge bespreek ik de eerste resultaten. Inderdaad, de cijfers van de test zijn een stuk minder goed dan de keren ervoor. De VO2max is nu 50. Vorig jaar was die 56. En het hartfilmpje vertoont een afwijkend beeld ten opzichte van vorige jaren. Om uit te sluiten dat dit komt door bijvoorbeeld een hartspierziekte, verwijst Suzan me toch voor de zekerheid door naar de cardioloog voor een hartecho en extra ECG. Daar had ik even niet op gerekend. En ondanks dat het sporten gewoon prima gaat, een veranderend beeld op een hartfilmpje zit me toch niet helemaal lekker. En die twee weken wachten totdat ik bij de cardioloog terecht kon, waren ook niet bepaald ontspannen. Mijn eerste zorg ging overigens niet over het al dan niet hebben van een hartziekte. Stel dat ik nooit meer een marathon kan lopen of vier bergen kan fietsen op één dag? Dat hield me eerlijk gezegd meer bezig

de uitslag van de test

Advies: fiets geen Marmotte
In de tussentijd had ik nog een gesprek met bewegingswetenschapper Niels . Aan de hand van de cijfers van de test, geeft hij een trainingsadvies. Ook zijn conclusie is dat ik niet fit ben. Aan de grafiek ziet hij dat het in ieder geval geen overtraindheid is. Wat dan wel? Dat is nog gissen. Misschien heeft de marathon er flink ingehakt en ben ik nog herstellende. Of misschien geeft het onderzoek van de cardioloog meer inzicht.
Wat hij wel weet is dat een Marmotte fietsen mijn conditie in ieder geval niet gaat verbeteren. Of misschien zelfs nog slechter maakt. En dat is natuurlijk het allerlaatste wat ik wil. Zeker omdat ik in december nog een marathon wil lopen. Zijn advies is om deze zomer te focussen op het opbouwen van mijn conditie door een gepolariseerd trainingsmodel te volgen. Dat houdt in dat ik mijn duurtrainingen in zone 2 doe. En met twee keer per week een training in zone 3/op mijn omslagpunt/in zone 4 zou ik in theorie in drie maanden tijd het vermogen op mijn omslagpunt met 10 watt kunnen verhogen. Hij geeft aan dat het nu de kunst is om niet te langzaam te gaan trainen, maar ook niet te snel. En daar helpt de uitslag van de test me bij. Ik kan nu namelijk exact mijn trainingszones in mijn horloge programmeren.

Geen Marmotte fietsen, maar elke dag een col zo snel mogelijk omhoog. Daar heb ik meer baat bij, zegt Niels. En hoe graag ik ook de Marmotte had gefietst, ik ben blij met zijn advies. Als ik dit onderzoek niet had gedaan, had ik mezelf waarschijnlijk de afgelopen tijd en deze zomer figuurlijk over de kop gefietst en dan ligt overtraindheid op de loer.

de zones
de zones


En toen was er COVID
De cardioloog vond tijdens het onderzoek gelukkig geen gekke dingen. Maar een paar dagen na dit goede nieuws, was er iets anders wat roet in het eten gooide: COVID. Twee en een half jaar lang ging het virus langs me heen. Helaas was ik nu de klos. Twee weken voor een wielervakantie in de bergen! Omdat ik flinke koorts heb gehad, raadt sportarts Suzan me af om intensief te sporten vanwege het risico op een hartspierontsteking. Dat is het advies wat zij elke (top)sporter geeft na koorts bij een virusinfectie. De eerste dagen van mijn vakantie trek ik de wandelschoenen aan en doe ik hooguit een kort rustig fietsritje. Halverwege de week mag ik iets meer gas bijgeven en de bovenkant van de berg bekijken.


Mijn doel is om weer helemaal fit de herfst in te gaan. En ook al is mijn sportzomer plots anders dan gepland, ik ben blij dat ik mijn jaarlijkse onderzoek weer heb gedaan en kan het iedereen aanraden!

Hoe gaat zo’n onderzoek in zijn werking en welke soorten zijn er?
Wil je zien hoe zo’n test in zijn werking gaat? Kijk dan ook eens naar dit filmpje . Je ziet daar ook een overzicht met vijf verschillende soorten sportmedische onderzoeken. Zo is er voor iedereen wat wils. Van topsportonderzoek tot basis onderzoek.

Redactie Zijwielrent.nl

More Posts

Leatt Endurance 4.0 fietshelm: een fijne offroad reisgenoot

Ben jij ook klaar voor de Amstel Gold Race?

IRIS & Komoot organiseren opnieuw Women’s Weekenders

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Keep up to date

Meld je aan voor onze nieuwsbrief

Follow us

ZijWielrent © 2024