Fietsverhalen

Opgeblazen op de Oesterdam


De ruim tien kilometer lange dam staat zondag 3 januari op het programma van de ‘Multibikes Oliebollenrit’ met Team Cycling Connects People. Een rit van tachtig kilometer door Zeeland en Noord-Brabant.

Mijn vorm is ver te zoeken na een iets te letterlijk genomen ‘fietsvakantie’ van een paar weken. Maar zolang ik in de groep blijf, moet ik mee kunnen komen, denk ik. Kwestie van de gaten tijdig dichtrijden.

Nou, dan ken je de Zeeuwse wind nog niet!

Even niet opletten en je laat een gat vallen en het is bekeken.

Natuurlijk, de wind is altijd een factor van belang als je gaat wielrennen, of je nu alleen of in een groepje rijdt. Heb je ‘m tegen, dan ben je blij met ieder beetje beschutting dat je kunt vinden. Heb je ‘m mee, schrijf dan de QOM’metjes maar bij op Strava.

Multibikes oliebollentocht

Foto: Dejato Multibikes Cycling Team.

Maar in Zeeland gelden andere spelregels.

In die open polders, waar de wind vrij spel heeft, is pelotonrijden geen kwestie van gewoon af en toe even aanzetten na de bochten en je blijft er wel bij. De wind is hier een onvervalste spelverdeler.

Positie in het peloton

Je positie in het peloton is ineens heel belangrijk, in elk geval als je minder sterk bent. Zorg dat je in het midden rijdt en dat je op een gunstige plek zit in de waaier. Even niet opletten achterin en je laat een gat vallen en het is bekeken.

Nou ben ik niet zo oplettend van aard. Dus ik hang al de hele rit achterin het peloton van circa veertig fietsers. En in de waaiers zit ik natuurlijk herhaaldelijk ‘op het kantje’.

Ik rijd op het kantje in een waaier, mijn hartslag flink hoog.

Als we de gevreesde Oesterdam naderen, heb ik al de nodige sprintjes moeten trekken vanwege het harmonica-effect achterin de groep. Op de dam zelf hebben we de wind vol op kop. Ik rijd vlak achter een waaier, mijn hartslag al flink hoog.

Reddingsactie

Als een renner in de berm belandt en zich samen met een andere fietser laat terugzakken, denk ik sociaal te zijn. Ik laat me ook een stukje terugzakken om zo een ‘brug’ terug naar de staart van de groep te vormen.

Mijn ongevraagde reddingsactie moet ik duur bekopen. De wind vormt meteen een blok tussen mij en de rest van de groep. Het gat dat ik zojuist heb laten vallen kan ik slechts met veel moeite – meer moeite dan ik gewend ben – dichtrijden. Oef, een hartslag van 196.

Dat doe ik dus niet nog eens. Het is ieder voor zich op deze dam waar de windmolens vol draaien.

Het lijkt alsof ik terug de zee in gezogen word door een sterke stroming

Na opnieuw een onregelmatigheid achterin de groep, zit ik weer naar een gat te kijken. Ik kom er nog een beetje bij maar het lukt me niet om het gat helemaal dicht te rijden. De veilige oever raakt steeds verder weg.

Slagveld op de Oesterdam

Het lijkt alsof ik terug de zee in gezogen word door een sterke stroming. Wat gaan we nou krijgen, ik moet lossen! Vlak achter me nog een andere drenkeling, en nog een eindje daarachter andere achterblijvers en een groep die de ‘bus’ vormt. Een slagveld, zou een commentator zeggen.

Fietsen op de Oesterdam

Met wind vol op kop op de Oesterdam. Foto: Koene Rem.

Daar fiets ik dan, alleen op de Oesterdam, buiten adem, half schuilend tegen de wind bij mijn mededrenkeling. Dit is nou net wat je níet wilt op zo’n dam.

Wacht dan toch op dat tweede groepje, denk je nu waarschijnlijk, en spaar je krachten. Je weet wel, je roept het ook weleens vanaf de bank naar je tv tijdens de Tour de France.

Daar fiets ik dan, alleen op de Oesterdam. Dit is nou net wat je níet wilt op zo’n dam.

Toch blijf ik volhouden en probeer ik zelfs nog in het wiel van een behulpzame passant te komen om me terug naar de kopgroep te laten voeren. Wat is dat toch, die weerzin om zomaar op te geven, om te moeten lossen. Maar de wind is te sterk, mijn hartslag veel te hoog. Ik ben me hier gigantisch aan het opblazen, weet ik.

“Haak maar aan!”, klinkt het achter me.

Wat een opluchting, de andere achterblijvers hebben inmiddels een groepje gevormd en werpen me een reddingsboei toe. Hijgend achter de ruggen zie ik mijn hartslag terugzakken. Net op tijd! Het is maar goed dat ik ‘opgeveegd’ ben want anders was het niet goed gekomen.

Verzuring
Wielrennen, fourage bij een molen

Foto: Jonathan Martens.

De rest van de – overigens prachtige – tocht blijf ik last houden van mijn inspanning op de Oesterdam. Ik blijf achteraan in de groep bungelen en bij elk sprintje en klimmetje (ja, ook in Noord-Brabant hebben ze die) voel ik mijn kuiten verzuren. Ondertussen ligt ook hongerklop op de loer.

Ik heb geluk dat de wind het laatste stuk meehelpt en dat het tempo redelijk gelijkmatig is, zodat ik toch mee kan blijven komen. Ondertussen denk ik aan wat ons beloofd is op 75 kilometer: een pauze in een molen met pannenkoeken, oliebollen en – geniaal – warme chocomel.

Ik heb me er weer doorheen gebluft

Als de Antoniusmolen in Halsteren eindelijk in zicht komt, ben ik opgeluchter dan ik tegenover mijn medefietsers wil toegeven. Het is weer gelukt, ik heb me er weer doorheen gebluft. Zelden smaakten pannenkoeken, oliebollen en chocomel beter.

Mooi begin

Het ging niet vanzelf, deze rit, maar ruim tachtig kilometer fietsen in Zeeland is een mooi begin van het nieuwe jaar. Nu het ritme vasthouden en toewerken naar een betere vorm, want de eerstvolgende uitdaging komt snel dichterbij: De Amstel Gold Race tour in april 2016 met Team Zijwielrent.nl. De training is begonnen!

Team Cycling Connects People

In de Antoniusmolen wachten oliebollen en pannenkoeken. Foto: Jonathan Martens.

Volg deze blog
Janneke Scheepers van Zijwielrent.nl
Janneke Scheepers

Leuk dat je komt kijken! Ik ben Janneke Scheepers, in 2007 begonnen met wielrennen. De sport heeft mijn leven verrijkt en daar vertel ik graag over. Met mijn verhalen wil ik laten zien hoe geweldig het is om te wielrennen, of je nou fietst ter ontspanning of heel fanatiek bent. Ik vind het leuk als je reageert op mijn artikelen. Laat weten wat je denkt!