Fietsverhalen

Red Bull Kop over Kop: achtbaan op de racefiets

Red Bull Kop over Kop komt naar Breda, meld je snel aan voor het vol zit!” Zo ongeveer luidde het enthousiaste berichtje dat mijn zwager Jörgen, werkzaam bij de gemeente Breda, me een paar maanden geleden stuurde. Ik heb me direct ingeschreven met ‘Team Zijwielrent.nl’.

Red Bull Kop over Kop is een tactische ploegentijdrit die verreden wordt met vijf renners per team. De Kopman fietst de volledige 100 kilometer. De Stoemper komt erbij op 85 kilometer, de Klimmer haakt aan op 65 kilometer, de Meesterknecht voegt in op 45 kilometer en de Sprinter komt er op 27 kilometer als laatste bij.

Even voorstellen: Team Zijwielrent.nl

Deze uitdaging ben ik op 18 september 2016 aangegaan met niet de minsten: Inge Neijenhuis van Ingefietst.nl, Vlaams wedstrijdrenster en Wielerverhaal.com schrijfster Mieke Docx, mijn neef Mattie van Hoof en mijn eigen wielerman Bart van Oers. Vijf renners, totaal niet op elkaar ingespeeld maar erop gebrand om samen een goede teamprestatie neer te zetten.

kopman_mattie_redbullkopoverkop

Kopman Mattie van Hoof start om 9.56 uur vanaf het NAC stadion voor de 100 kilometer.

10:50 uur, Nispen, nog 65 kilometer, de Klimmer

In een rijtje van deelnemers sta ik in Nispen te wachten tot ik van start mag gaan. Ik ben de ‘Klimmer’ en zal 65 kilometer meefietsen. Zojuist heb ik op het elektronische bord de naam ‘Team Zijwielrent.nl’ zien verschijnen tussen de teams die al voorbij Sprundel – het aanhaakpunt van de Stoemper – zijn gekomen.

Mattie en Bart zijn dus al naar mij op weg, sneller dan ik had verwacht. Ik weet dat Kopman Mattie fanatiek is maar zo te zien gaat hij er echt 100 % voor.

red_bull_ploegentijdrit

Wachtend om aan te haken. Deze foto is gemaakt door Marjolijn Schuurbiers, die mij kwam supporteren bij het aanhaakpunt in Nispen.

En toen waren het er drie

“Nummer 36, team Zijwielrent!” hoor ik omroepen. In de verte zie ik twee stipjes op de weg snel naderen. Lekker bezig, die Mattie en Bart.

Ik wacht tot mijn teamgenoten tot op ongeveer tweehonderd meter afstand zijn genaderd en zet dan aan. Rustig versnel ik tot 30 kilometer per uur totdat ik achter me “Ja!” hoor roepen. Naast me duiken Bart en Mattie op, de laatste ziet er erg gefocust uit. Grappig, dit is de eerste keer dat ik samen met mijn neef fiets. Snel opschakelen maar.

Even moet ik wennen aan het tempo, dat iets onder de 40 kilometer per uur ligt. Net 1 à 2 kilometer per uur harder dan waar Bart en ik op hebben getraind.

Zodra ik mijn hartslag onder controle heb, neem ik een kopbeurt over. Mijn hartslag stijgt al snel naar 185, zoals ik gewend ben van de tijdrit-oefenrondjes van afgelopen zomer. Mattie roept wat aanwijzingen: “Tempo houden, doordraaien, mooie aflossing!”

Stoemper Bart, die er twintig kilometer terug bij is gekomen, heeft het zo te zien moeilijk. Daarom neem ik zijn beurten – aanvankelijk –  snel over.

Ik weet: zo ver boven mijn omslagpunt fietsen zonder herstel, houd ik nooit twee uur lang vol.

Maar echt lekker gaat het niet. Mijn linker kuitspier en linker bilspier voelen stram aan. Die ene kilometer die ik ter voorbereiding heb gefietst, was duidelijk geen goede warming-up.

Na een tijdje rouleren, merk ik dat mijn hartslag hoog blijft tussen de kopbeurten in. Dat is een probleem. Ik weet: zo ver boven mijn omslagpunt fietsen zonder tussentijds herstel, houd ik nooit twee uur lang vol.

red_bull_kopoverkop

Lekker bezig, die Mattie en Bart, respectievelijk onze Kopman en Stoemper.

Hard door de bochten

Bart en ik laten Mattie maar koptrekken, hij blijft over het parcours knallen. We gaan hard door enkele bochten over glimmende klinkers, aan de overkant kom ik vlak langs de stoeprand uit. Dat scheelde weinig – niet over nadenken. Na elke bocht wordt steeds vol doorgetrokken.

Lees ook: Tips om een ploegentijdrit te fietsen

Even later daalt het tempo 1 à 2 kilometer per uur en rouleren we weer, maar het kwaad is al geschied. Tot mijn ergernis merk ik dat mijn linkerkuit is verzuurd. Hebben mijn trainingen van afgelopen zomer dan zo weinig uitgehaald? Pfoe, dit wordt een lange rit.

Hoogerheide, 11:20 uur, nog 45 kilometer: Meesterknecht Mieke

“Daar is het aanhaakpunt al!” Het punt in Hoogerheide waar de ‘Meesterknecht’ aanhaakt, met nog 45 kilometer te gaan, komt toch nog sneller dan verwacht. Daar is Mieke, ze ziet er super fris en gesoigneerd uit ondanks dat ze de dag ervoor nog een pittige koers heeft gereden. Ze haakt aan en draait meteen volop mee.

Ik had gehoopt dat het fietsen makkelijker zou worden met Mieke erbij. Helaas maakt het niets uit want het tempo blijft moordend. “Laat Mieke maar langere beurten doen”, zegt Mattie. Graag!

Mieke en Mattie knallen door de bochten alsof het een kermiskoers is.

Er volgt een hele reeks bochten over klinkers. Mieke en Mattie knallen er overheen alsof het een kermiskoers is. Ik moet elk restje kracht uit mijn spieren persen om bij te blijven. Elke bocht, elk stuk klinkers, wordt een bezoeking. Dat geldt helemaal voor de kinderkoppen die we halverwege tegenkomen. Gelukkig is mijn team zo handig om de stoep op te sturen.

We zijn juist twee teams tegelijk aan het inhalen op een rotonde en slaan met vijftien renners linksaf, als mijn Garmin ‘Uit Koers‘ aangeeft. Het zal toch niet… Inderdaad, bij de volgende rotonde worden we door een motard teruggestuurd. Dat is balen! Zeker drie minuten weggegooid.

De afslag die we hadden moeten hebben, was afgebakend met pionnen, logisch dus dat we door waren gefietst. Even resetten na deze pech en volle bak door.

12:00 uur, nog 27 kilometer: Sprinter Inge

Opnieuw onverwacht snel komen we bij het laatste aanhaakpunt in Hoogerheide, dat van ‘Sprinter’ Inge. We passeren de menigte bij het aanhaakpunt en vliegen de bocht door. Maar waar is Inge? Ze fietst niet voor ons uit en achter ons zie ik ook niemand. Vóór ons fietst alleen een meisje dat schreeuwend haar team achterna zit – dat gaat ook niet helemaal soepel daar.

We fietsen nog een halve kilometer vertwijfeld verder en stoppen dan. “Ja, shit”, zegt Mattie. Ik pak mijn telefoon, geen gemiste oproepen. Wat nu? We staan er een minuut besluiteloos bij voordat Mattie beslist om terug te fietsen. Mieke, Bart en ik blijven ontnuchterd achter.

Het ene na het andere groepje komt ons voorbij zetten. Ondertussen bedenk ik wat er in godsnaam mis kan zijn. Als Inge maar geen ongeluk heeft gehad op weg vanuit de Achterhoek hierheen. Allerlei rampscenario’s schieten door mijn hoofd.

Zo ben ik in overpeinzingen verzonken als ik ineens “Kom op!” hoor roepen en nog net een glimp opvang van een voorbij flitsende Inge en Mattie. Wow, er achteraan!

Ik vang nog net een glimp op van een voorbij flitsende Mattie en Inge. Er achteraan!

Mieke en Bart hebben de achtervolging al ingezet. Ik moet aanzetten maar mijn spieren willen niet, ik kom voor geen meter vooruit. Aargh, dit doet pijn! Bart kijkt achterom en helpt me om in zijn wiel te komen. Tergend langzaam kom ik weer terug bij mijn team, dat gelukkig vaart mindert. Bah, ik voel me een kneus.

En door gaat het weer. Niks langzamer, we gaan er nog steeds vol voor ondanks de tegenslag.

tijdrit_vrouwenwielrennen

En we zijn compleet! Hier zie je Mieke, Inge en mij in de bocht, Mattie en Bart fietsen ervoor.

Omgewisselde chip

“Hé Inge!”, hijg ik ter begroeting zodra Inge naast me verschijnt. Wat blijkt: ze heeft ons gemist omdat het verkeerde teamnummer is omgeroepen. Een ingewikkeld verhaal, dat te maken heeft met mijn omgewisselde chip en een defect elektronisch aankondigingssysteem. Ze stond nog te wachten toen Mattie haar kwam halen.

Voor Inge is het niet makkelijk, zij valt in een hele chaotische situatie middenin in de race en moet meteen volle bak de laatste 27 kilometer doordraaien. Bovendien hebben we tegenwind en die zal niet meer weg gaan tot de finish. Niet zo fijn voor haar!

Compleet verzuurd

Maar ze fietst super sterk mee. “Ga maar vóór mij Inge, ik ben al helemaal op”, weet ik uit te brengen voordat ik haar laat invoegen. Hulpeloos bungel ik achteraan, met krachteloze spieren, bij elke bocht vechtend om niet te hoeven lossen.

Mieke helpt me een paar keer om weer bij het treintje te komen na een bocht. Je ziet niets van vermoeidheid bij deze twintigjarige renster.

Daar is Team Velo Vidi Vici, die moeten we hebben!

Mijn hele wereld vernauwt zich tot: hoe kom ik die volgende bocht door, wanneer krijgen we weer asfalt, zorg dat je het treintje niet mist, rijd dat gat dicht, niet te dicht bij het achterwiel, blijf erbij! Pff wat is dit heftig, het gaat maar door. Een soort twee uur durende noodtoestand.

De enorme moraal van Mattie helpt om de moed erin te houden, we zijn echt aan het strijden en halen de nodige ploegen in. Daar is Team ‘Velo Vidi Vici’, een bevriend team uit Breda. Die moeten we hebben!

Terwijl we langszij komen, ontstaat even een verbeten strijd om de Bredase eer. Wij winnen :-).

zijwielrent_ploeg_redbullkopoverkop

Bij de finish, na een race van 100 kilometer, strijdend tot de bittere laatste meter.

Laatste kilometers

“Nog maar 9 kilometer, dat moet lukken!”, roept Bart. Inderdaad, dat moet lukken. Ik doe toch nog een paar kopbeurten maar word snel afgelost door Bart, die zich heel sterk houdt en de hele rit mee rouleert. “Goede aflossing”, roept Mattie steeds. Hoewel het uit mijn tenen moet komen en ik vind dat ik beter zou moeten kunnen, helpt het toch.

Af en toe ben ik wat duizelig en ook komt er kippenvel op mijn armen, en ik weet dat ik me compleet leeg aan het rijden ben.

Dit is helemaal niet leuk, denk ik, mijn willoze spieren vervloekend

Mensen langs de kant roepen Inge, Mieke en mij toe: “Kom op meiden!”. Maar ervan genieten kan ik niet, dit doet gewoon pijn. “Dit is helemaal niet leuk”, denk ik, mijn willoze spieren vervloekend. Dat ik hier nog voor betaald heb ook. Ik moet echt alle zeilen bijzetten om niet te lossen.

Dan is het nog maar een paar kilometer naar het stadion. Het fietspad wordt smaller en de groepen komen allemaal wat meer bij elkaar. Dit voelt als het einde van een race. Ik voel de opgetogenheid die ik ook ken van lange toertochten en granfondo’s. Je weet dat je het gaat halen.

Niet dat het makkelijker wordt. We blijven tempo maken tot de laatste bittere meters, de fanatieke Mattie voorop. “Bij elkaar blijven”, roept hij van voren. “Ja, aanhaken! “We laten ons nou niet meer inhalen!”

De finish

Als ik het NAC stadion zie, waar de finish is, ben ik toch nog verbaasd. Nou al? Vol gaan we door de bocht, de mat van de tijdregistratie over. Dan nog over een greppel waardoor ik alsnog bijna in de dranghekken terecht kom – bijna, en zo waren er wel meer dingen die bíjna niet goed gingen… maar uiteindelijk toch wel.

Met rode hoofden stappen we af. Wauw, het zit erop. We hebben een mooie tijd gereden, zie ik al mijn Garmin: 35,7 kilometer per uur. Trekken we de in totaal 10 minuten oponthoud ervan af, dan komen we over de 100 kilometer zelfs uit op 37,4 kilometer per uur! Ongelooflijk, geen wonder dat ik zo moe was.

Ik voel mijn linkerkuit trekken. Vervelend, die is de hele rit blijven zeuren.

Vrouwenwielrennen Kop over Kop

Napraten met Meesterknecht Mieke Docx bij de finish: “Afzien is het altijd”.

Even evalueren

Mieke ziet er niet moe uit, zij kijkt als koersrenster niet op van deze race. Toch: “Afzien is het altijd hè”, zegt zij. Nou, ik was heel blij dat zij erbij was. Ze heeft geen krimp gegeven.

“Ik vond het chaotisch”, zegt Inge, die naar eigen zeggen meer een Diesel is en dus niet zo gebouwd is op zo’n tijdrit van 27 kilometer. “Het was voor mij te kort om echt pijn te hebben”. De volgende keer ruilen wij van rol, zoveel is zeker.

Mattie ziet er opgewekt uit. Gelukkig maar, want hij heeft bergen werk verzet.

Mattie ziet er opgewekt uit. Daar ben ik blij om, want hij heeft bergen werk verzet en we hadden toch een flinke tegenslag. “Ik denk dat we best wel eens bij de eerste 100 teams kunnen zitten”, zegt hij. Dat blijkt niet waar te zijn, we zijn 113e geworden van de 200. Hadden we het oponthoud niet gehad, dan hadden we bij de eerste 70 teams gezeten. Toch leuk om te weten.

Bart is heel trots. “Zo hard heb ik nog nooit gefietst. Dat ik dit zomaar even heb gedaan.” Hij heeft zich inderdaad fantastisch geweerd tijdens zijn 85 kilometer, meedraaiend tot het einde.

Grenzen verlegd

En mijn wielerman heeft gelijk, zo hard hebben hij en ik nog nooit gefietst. Ja, samen met Thijmen (van Team Velo Vidi Vici) hebben we afgelopen zomer wel veel gerouleerd, maar daarbij deden we toch rustiger aan in de bochten en stopten we af en toe voor verkeer. Dit ging maar dóór en dóór.

Ik ben blij dat ik bij mijn team heb kunnen blijven maar ben ook wel een beetje teleurgesteld in mezelf, omdat ik er achteraan heb gebungeld gedurende een groot deel van de race. Ik snap niet hoe ik mezelf zo snel al heb kunnen opblazen, al na vijftien kilometer eigenlijk. De hele rit was een grote strijd met mezelf.

teamzijwielrent_kopoverkop

Wat een super team, niet stuk te krijgen! Van links naar rechts: Mattie van Hoof, Bart van Oers, Mieke Docx, Inge Neijenhuis en ik.

Ontzettend kicken

Vond ik het leuk? Ik heb vooral afgezien. Maar het stomme is: zou ik volgende week weer mee mogen doen aan een ploegentijdrit, dan zou ik het zo doen. Want hoewel het zwaar was, vond ik het ook ontzettend kicken!

Het afgezette parcours, de uitdaging om erbij te blijven, de snelheid, het over je grenzen gaan en dit wonder boven wonder toch vol kunnen blijven houden. De professionele opzet, de aanhaakpunten, de finish.

En niet te vergeten het teamwork! Mattie, Inge en Mieke hadden elkaar van tevoren nog nooit ontmoet, en toch werkten we heel goed samen. We hielden elkaar in de gaten en hebben ons team bij elkaar weten te houden, wat bij veel andere ploegen wel anders was.

Als ik volgende week weer mee zou mogen doen aan een ploegentijdrit, zou ik het zo weer doen.

Deze ploegentijdrit over 100 kilometer, waarvan ik 65 kilometer voor mijn rekening mocht nemen als Klimmer, vond ik onvergetelijk. Wat een adrenaline-boost, het lijkt wel alsof ik het nu nog voel. Daar kan geen achtbaan tegenop.

Lees op Ingefietst.nl hoe Inge, onze ‘Sprinter’, de race heeft ervaren.

Volg deze blog
Janneke Scheepers van Zijwielrent.nl
Janneke Scheepers

Leuk dat je komt kijken! Ik ben Janneke Scheepers, in 2007 begonnen met wielrennen. De sport heeft mijn leven verrijkt en daar vertel ik graag over. Met mijn verhalen wil ik laten zien hoe geweldig het is om te wielrennen, of je nou fietst ter ontspanning of heel fanatiek bent. Ik vind het leuk als je reageert op mijn artikelen. Laat weten wat je denkt!