Stap voor stap: Je racefiets wielen tubeless maken

Tubeless rijden (simpel vertaald: zonder binnenband) is niet meer weg te denken uit de mountainbike- en gravelwereld, maar ook op de racefiets zie je het steeds vaker. Logisch, want het heeft grote voordelen: minder rolweerstand, minder kans op lekrijden en meer comfort. Ook minder gehannes met binnenbandjes, geen gedoe als je over een klein steentje rijdt. Ga zo maar door. Toch vinden velen de overstap spannend. Het is een hoop gedoe, de sealant is vaak wat smerig en dan kun je ook nog allerlei foutjes maken. Tja, het valt niet mee. Maar dan nog. Hoe maak je je racefiets wielen tubeless en wat heb je nodig? Geen zorgen! Met deze gids leg ik je stap voor stap uit hoe je jouw racefiets wielen tubeless maakt. En daarna wil je nooit meer anders!

Wat heb je nodig om je racefiets wielen tubeless te maken?
✅ Tubeless-ready velgen (of standaard velgen met een goede conversiekit)
✅ Tubeless banden (check of je huidige banden geschikt zijn)
✅ Tubeless velglint (specifiek voor jouw velgbreedte)
✅ Tubeless ventielen (passen bij de hoogte van je velg)
✅ Tubeless sealant (bijvoorbeeld van Schwalbe, Muc-Off of vergelijkbaar)
✅ Een bandenlichter (toch wel fijn, zeker om even de band op de velg te wippen)
✅ Een krachtige vloerpomp of compressor (voor de eerste keer pompen)
✅ Een doek en sopje (voor een schone installatie)
Optioneel: CO2-patroon of booster voor extra luchtdruk bij het oppompen.


Stap 1: Controleer je velgen en banden
Niet alle velgen en banden zijn standaard tubeless-ready. Controleer daarom eerst:
- Velgen: Kijk of ze tubeless-ready zijn. Meestal staat dat op de zijkant van de velg. Ook heb je wielen waarbij het velgbed al dicht is. Dan zie je geen spaak uiteindes. Heb je klassieke clincher (voor normale banden) velgen? Dan heb je een conversiekit nodig.
- Banden: Op de zijkant van de band staat vaak “TR” (tubeless-ready) of “TLR” (tubeless-ready). Normale banden werken niet, die schieten eraf en zijn iets ruimer. Dit om ruimte te maken voor de binnenband.
- Ventielen: Check of de ventielgaten schoon en glad zijn.
Stap 2: Velglint aanbrengen
Een goede luchtdichte afdichting begint met tubeless velglint.
- Oude velglint verwijderen (als dat er zit) en de velg schoonmaken met een sopje en/of alcohol.
- Begin bij het ventielgat en plak het velglint met lichte spanning over de velg.
- Laat het lint 3 tot 5 cm overlappen als je helemaal rond bent.
- Druk het goed aan, vooral in het velgbed, en snijd een klein gaatje voor het ventiel (bij het ventiel)
Tip: Gebruik lint dat breder is dan je interne velgbreedte, zodat het de velgrand goed afdicht. Is je 20mm breed, gebruik dan dus lint dat 22mm is.
Stap 3: Tubeless ventielen plaatsen
- Duw het ventiel door het gaatje in het velglint.
- Schroef de lockring vast tot het stevig, maar niet overdreven strak zit.
- Controleer of het ventiel recht in het gat zit.
Tip: Sommige ventielen hebben een O-ring (een rubberen ringetje), die helpt bij de afdichting.
Stap 4: Band monteren
- Begin met één kant van de band op de velg.
- Leg de tweede kant grotendeels in de velg, maar laat een stukje open.
- Schud de band goed, zodat de hiel in de velgrand valt.
- Een andere tip is om van Schwalbe de easy-fit aan te brengen. Dan kun je gelijk door naar stap 5!
Let op: Zet geen sealant in de band voordat deze is “gesnapt” in de velgrand!



Stap 5: Band op druk brengen (droog oppompen)
- Gebruik een vloerpomp met booster of een compressor.
- Pomp de band op zonder sealant, zodat hij in de velgrand “klikt”. Dit kan even duren.
- Hoor je een plop? Dat betekent dat de hiel goed in de velg zit!
Lukt het niet?
- Haal de band eraf, smeer een beetje zeepsop op de velgrand en probeer opnieuw. Hier kun je dus ook de Schwalbe Easy-Fit voor gebruiken.
- Gebruik een CO2-patroon of compressor voor extra luchtdruk.
Stap 6: Sealant toevoegen
- Laat de lucht weer uit de band lopen en draai het ventiel los.
- Giet 30-50 ml sealant per band via het ventiel of direct in de band (afhankelijk van de instructies).
- Draai het ventiel weer vast en pomp de band opnieuw op.


Stap 7: De sealant verspreiden
- Schud en draai het wiel om de sealant goed te verdelen. Dit noemen ze ook wel de ’tubeless dance’
- Laat de band een tijdje liggen en draai hem af en toe om. Denk aan een half uur tot een uur.
- Check op luchtlekken door zeepsop langs de randen te smeren. Zie je bubbels? Dan is er een klein lek en moet je nog wat sealant laten werken.
Stap 8: Controle en onderhoud
- Rijd de eerste ritten met iets hogere bandenspanning om de afdichting te optimaliseren.
- Controleer elke 2-3 maanden of er nog genoeg sealant in de band zit. Je kunt dit checken door het ventiel open te draaien en een staafje in de band te steken.
- Als je lang niet hebt gereden, draai het wiel even rond zodat de sealant zich opnieuw verspreidt.
Veelgestelde vragen
💡 Mijn band loopt langzaam leeg, wat nu?
👉 Dit is normaal bij een nieuwe tubeless setup. De sealant heeft een paar uur nodig om alles goed af te dichten. Pomp de band een paar keer opnieuw op en rijd een stukje.
💡 Kan ik gewone banden tubeless maken?
👉 In theorie ja, maar het is niet ideaal. Tubeless-ready banden hebben een betere pasvorm en lekdichting. Zoals eerder gezegd zijn gewone banden iets ruimer. Dit is om dus plek te maken voor de binnenband.
💡 Wat als ik onderweg lek rijd?
👉 Meestal dicht de sealant kleine gaatjes vanzelf. Bij een groter lek kun je een tubeless plug gebruiken of, in het ergste geval, een binnenband monteren.
Tubeless rijden = meer snelheid, minder gedoe
Het lijkt misschien veel werk, maar als je eenmaal tubeless rijdt, wil je niet meer terug. Geen gezeur met lekke binnenbanden, minder rolweerstand en extra comfort – wat wil je nog meer?
Ben jij al overgestapt op tubeless? Laat weten in de reacties of deel jouw ervaring! 🚴♀️🔥