Drie uur eerder, aan de voet van de Stelvio:
“48 tornanti”, staat er op het bordje onderaan de Passo Stelvio, een van de hoogste bergpassen in de Alpen op 2758 meter. Het cijfer staat voor 48 haarspeldbochten naar de top. Ongelooflijk eigenlijk, meer dan het dubbele van het aantal haarspeldbochten van de Alpe d’Huez. De tol: 1800 klimmeters.
Toch ben ik niet echt zenuwachtig. De Stelvio is wel lang (23 kilometer vanuit het dorpje Prato, de ‘klassieke’ klim die mijn vriend en ik doen), maar wordt nooit echt steil. Het gemiddelde stijgingspercentage is 7,4 procent. Met behulp van onze hartslagmeter en in een geduldig klimritme moet dit lukken.
Het eerste stuk vanuit het dorp is wat lastig, vooral vanwege de warmte en omdat we ons ritme nog moeten vinden. Zodra we de eerste haarspeldbochten tegenkomen en het steiler wordt, gaat het makkelijker. Terugschakelen naar het laagste verzet, verstand op standje Diesel en gestaag naar boven maar.
Verstand op standje Diesel en gestaag naar boven
Binnen de kortste keren zijn de huizen beneden ons veranderd in huisjes en is de weg gereduceerd tot een dun snoer in het groen. Verbazingwekkend toch altijd, hoe snel je hoogte wint tijdens het klimmen.
Bij bocht 22 zie ik ze pas echt goed: de beroemde haarspeldbochten die langs de bergwand omhoog kringelen naar de top, als een anaconda. Je moet wel van steen zijn om niet onder de indruk te zijn. Tijd om mijn windstopper aan te trekken want hier waait het al koud.
Ijle lucht
In hetzelfde tempo klimmen we verder omhoog, het gaat goed. Ik voel mijn benen wel maar mijn hartslag is nog ruim onder het omslagpunt. Ik ben alleen wat buiten adem, geen wonder met die ijle lucht.
We fietsen inmiddels in de schaduw. Ik kijk naar beneden en zie het beeld dat ik tot dan toe alleen kende van de foto’s: haarspeldbochten naar beneden, zo ver je kunt kijken. De muurtjes langs de weg geven de Stelviopas het uiterlijk van een fort met kantelen.
Een maand geleden nog betwijfelde ik of ik deze berg op zou kunnen fietsen. Nu ben ik al bijna op de top.
Stelvio-bocht
In de laatste bocht is het druk, hier wordt ‘de foto’ genomen van de slingerende Stelviopas. Snel fietsen we de bocht voorbij. Nog dertig meter tot de top van de col, foto’s maken we straks wel.
Wurst mit Sauerkraut
En dan zijn we er. Mijn vriend en ik kijken elkaar aan: we hebben de Stelvio beklommen! Wat een drukte hier, met al die kraampjes met toeristische wielerkleding, Wurst mit Sauerkraut, gepimpte auto’s en veel motoren. En natuurlijk ook veel wielrenners.
Lang blijven we niet op de top hangen. De zon begint al te zakken en we hebben zin in de afdaling naar Bormio. Maar liefst twintig kilometer lang mogen we genieten.
Op de top trekken we onze beenstukken en lange handschoenen aan, het is er minstens 15 graden kouder dan beneden. En daar gaan we.
Een vallei van dit formaat ken ik alleen uit fantasyfilms
Op het bovenste stuk ligt er nog een dik pak sneeuw langs de weg. Dan draaien we de vallei in. Buitenaards mooi vind ik het, alsof ik op een andere planeet ben beland. Berghellingen van dit formaat ken ik alleen uit fantasyfilms. Ik moet denken aan de film ‘Interstellar’, waarin een reuzengolf opduikt. Zo’n golf zou door deze vallei kunnen spoelen, kan ik me levendig voorstellen.
De weg loopt in een rechte lijn door de vallei, ik laat de remmen los en zoef met 65 km per uur door de vallei. Wat een gevoel van vrijheid! We passeren een kerkje met koeien er omheen, hun vachten glanzen in de avondzon.
Een gigantisch bergdecor opent zich voor ons.
Dan gaat de weg over in een reeks haarspeldbochten die haaks langs de bergwand naar beneden voeren, langs een brede waterval af. Kan het mooier? Een gigantisch bergdecor opent zich voor ons. De wanden zijn kaal en zwart, met grillige patronen in het gesteente. Zo moet de aarde eruit hebben gezien toen die net afgekoeld was.
We vervolgen de weg door een reeks tunnelgalerijen en langs haarspeldbochten. Verder naar beneden gaat het, terwijl de temperatuur toeneemt.
Kijk, we komen weer in de bewoonde wereld. In de verte ontwaren we al wat huisjes. Toch duurt het zeker nog tien minuten voordat we beneden aankomen bij de laatste bocht in de stad Bormio. ‘40 tornanti’, staat er op het bordje.
Volg deze blog
3 reacties
Mooie plaatjes! Wat een mooie plek op aarde. Hier van achter mijn computer, ruik ik het gras, hoor ik de koeienbellen en voel ik de zon.
Ga zo door.
🙂
Ja, de Stelvio heeft diepe indruk gemaakt. De pas is niet alleen buitenproportioneel groot maar ook bijzonder mooi. Als je de kans krijgt, ga ernaar toe! Zo’n afdaling maak je nooit meer mee (en zo’n beklimming trouwens ook niet).
Interessant verhaal, Janneke. In september ga ik de Alpentocht van de CliniClowns rijden, dit jaar staat de Stelvio op het programma. Krijg al een beetje idee wat me te wachten staat. Bedankt voor het delen.