Train je lichaam om energie te leveren uit vetverbranding

“Door altijd maar hard te willen fietsen, train je jouw lichaam erop om vanaf de start direct de stap te maken naar een hogere trainingszone. Je traint je lichaam om direct andere vormen van verbranding op te zoeken. Je hebt drie soorten verbranding in je systeem:

• vetverbranding
• aerobe verbranding
• anaerobe verbranding

D1 = vetverbranding

In je D1 hartslagzone ben je vooral met vetverbranding bezig. Maar als je je lichaam traint om altijd in andere soorten van verbranding te gaan zitten, doordat je steeds in een hoge hartslagzone traint, dan leer je niet om energie te leveren in die vetverbranding.

Terwijl dat eigenlijk best wel belangrijk is, zeker voor jou als toerfietser. Want het enige wat jij hoeft te doen in zo’n cyclo, is een lange afstand afleggen. Dus is het vooral belangrijk dat je energie kan gaan leveren uit een heel grote voorraad. Zetten we de 3 soorten verbranding nog eens op een rij:

• Je anaerobe verbrandingsvoorraad is slechts goed voor maximaal 3 minuten. Voor recreatieve fietsers niet relevant, maar je hebt er natuurlijk altijd wel een klein beetje baat bij.
• Je aerobe verbranding is een iets grotere tank maar dat hou je ook geen 3 of 4 uur vol.
• Je wilt dus zoveel mogelijk uit de vetverbranding kunnen putten, zodat je zo lang mogelijk een inspanning kan doen en je jouw fietstocht zolang mogelijk volhoudt.

De oplossing is dus: duurtrainingen doen. Daarmee leer je jouw lichaam om energie te leveren uit vetverbranding.

Snelheid = hogere zone

De volgende stap is natuurlijk dat je een beetje snelheid erbij wilt hebben. Uithoudingsvermogen ofwel conditie train je in een lagere zone: D1. Uiteindelijk plak je de snelheid aan het uithoudingsvermogen vast. Dat train je in een hogere zone.”

Lees meer: Waarom duurtraining nog belangrijker is dan je al dacht

Volg deze blog