Schakelen in kleine stapjes met een klein buitenblad
Het eerste jaar dat ik samen met mijn vriend (nu man) Bart ging wielrennen, hadden we er vaak discussies over.
“Jij hebt een veel fijner verzet dan ik!”
“Onzin, we fietsen precies hetzelfde verzet.”
“Nee, echt, ik fiets veel zwaarder dan jij! Kijk maar! En als ik terugschakel, fiets ik ineens veel lichter. Dáárom lig jij de hele tijd een half wiel voor!”
En Bart maar bij hoog en laag volhouden dat we precies hetzelfde verzet fietsten. Naast elkaar rijdend zaten we dan onze trapbeweging te vergelijken. En inderdaad, om de drie slagen was er een beetje verschil te zien. Verbeeldde ik het me?
Als ik terugschakelde, was ik binnen de kortste keren buiten adem.
Het bleef een feit dat ik op het vlakke vaak geen fijn ritme kon vinden op de racefiets. Ik trapte meestal nét iets te zwaar, met kniepijn en verzuring tot gevolg. Als ik terugschakelde, was ik binnen de kortste keren buiten adem door de te hoge cadans. Constant wisselen tussen binnen- en buitenblad vond ik geen optie.
Kleiner buitenblad
Gelukkig is Bart de beroerdste niet. Hij dook eens in de techniek van crankstellen. Wat bleek: je kunt daar zelf heel veel aan ’tweaken’.
Sinds een jaar heb ik andere cassette met een kleiner buitenblad op mijn fiets. Eentje met 42 tanden, terwijl 50 tanden normaal zijn bij een compact crankstel. En nee, dat ziet er niet stoer uit.
Bart heeft de aanpassing eens ter sprake gebracht in een fietsforum. De reactie van de mannen daar was duidelijk. Zij zouden zich nóóit met zo’n klein buitenblad vertonen, ze zouden overladen worden met hoon en spot.
Schakelen in kleine stapjes
Ben ik even blij dat ik geen man ben. Mij kan het niets schelen dat mijn kleine buitenblad niet cool is. Want ik weet nu altijd het perfecte verzetje te vinden, hoe hard het ook waait. Ik hoef me niet meer te forceren, fiets met een lichtere cadans en kan een stevig tempo over langere afstand volhouden.
Lees hoe je zelf je fiets zo kunt afstellen, dat je minder hoeft te schakelen tussen binnen- en buitenblad.
Volg deze blog
Niet cool maar wèl lekker! Ik -man- heb ’t als volgt opgelost: Voor zit bij mij op mijn vlak terrein fiets (ik woon in Noord-Holland) 52-42 maar achter heb ik zelf een cassette samengesteld 13-17-18-19-20-21-23. Inderdaad 7 speed, ’t is een wat oudere fiets.
Die 13 gebruik ik nooit, die krijg ik niet rond, ik rij altijd vanaf de 17. Zo kan ik fijn met een groot crankstel rijden en tòch altijd -relatief- licht trappen. ’t Voordeel van grote tandwielen is dat ze langer meegaan en lekkerder ronddraaien.
Cassettes kan je eenvoudig zelf samenstellen door bestaande uitelkaar te halen. Weinig moeite, veel fietsplezier.
Marchisio levert ook oplopende tandwielen voor zowel Campagnolo als Shimano.
Hoi Theo, bedankt voor je reactie, dat zijn nuttige tips. Het is ideaal als je met zulke relatief eenvoudige aanpassingen fijner kunt fietsen!
Leuk stuk!
Over wat ‘hoort’, dat is alleen voor mensen die zichzelf iets te serieus nemen ;).
In mijn geval vond ik een compact verzet in de praktijk tegenvallen. De 50 te groot en de 34/36 te klein. Heb het binnenblad vervangen door een 44 q-rings. Ik kan nu elke snelheid rijden, en het buitenblad is werkloos, geweldig.
Alleen voor de Alpen gooi ik het om: de 34 voor en een grotere achter.