Fietsreizen, Fietsverhalen

La Marmotte: Het verhaal na afloop

Joleen Jansen finisher marmotte

La Marmotte; het verhaal na afloop

2 juli, 5 uur ’s morgens, de wekker gaat. Eindelijk is het zo ver. De dag waar ik 9 maanden lang naar toe heb getraind. Dik 4000 km heb ik dit jaar in de benen. Best veel voor mijn doen en planning technisch een behoorlijke uitdaging naast een gezin met 2 jonge kinderen, 2 eigen bedrijven en een man die ook traint voor de Marmotte.

En nu is het zo ver. De fiets staat blinkend in de gang, de minutieus samengestelde foeragetasjes zijn ingeleverd en de koffie pruttelt. Ik ben er klaar voor. Ik heb er zin in. Maar ik ben ook benieuwd. Hoe zal het zijn? Kan ik dit? Kan ik de voorspelde hitte handelen en hoe zal ik het er mentaal vanaf brengen? Ondanks dat dit allemaal door mijn hoofd schiet ben ik niet zenuwachtig. Ik heb goed geslapen en ik weet dat ik niet meer had kunnen doen. Meer klaar dan dit ga ik nooit zijn, dus kom maar op!

Start Marmotte


Klaar voor de start…

Om half 7 stappen we op de fiets richting de start. Vanuit ons appartement in Villard Reculas steken we door richting de Alpe d’Huez om daar via 15 bochten af te dalen naar Bourg d’Oisans, waar het ondanks het vroege tijdstip een drukte van jewelste is.

7500 man gaat vandaag de uitdaging aan om 4 bergen te bestieren. Col du Glandon (20,9 km en 1471 hm), Col du Télégraphe (11,8 km en 837 hm), Col du Galibier (18 km en 1226 hm) en als toetje de Alpe d’Huez (13,9 km en 1118 hm).

Om 7:45 klinkt ons startschot en daar gaan we dan. Mijn man en ik hebben afgesproken dat ieder zijn eigen tempo rijd. We zien elkaar wel op de Alpe d’Huez. Toch? Tot aan het stuwmeer rijden we samen en daarna is het ieder voor zich.

Omdat er die dag enorme temperaturen zijn afgegeven ben ik al vanaf het begin flink aan het drinken. Rustig starten en inhouden tot en met de Télégraphe was het advies. Nu ben ik sowieso niet zo snelle berggeit dus dat inhouden dat geloof ik wel. Ik zoek rustig mijn tempo en geniet van alles om me heen. Na 30 km zie ik al de eerste man liggen langs de kant. Wit en aan het infuus. Ik schrik ervan, maar probeer me vooral te focussen. Er is hulp en het enige wat ik kan doen is rustig doortrappen.

Ik merk dat mijn benen goed zijn. Dat zijn ze de hele week al, maar het is fijn om te constateren dat mijn goede vorm zich voortzet. Omdat ik die week de Glandon al eens gereden heb, weet ik wat me te wachten staat. Ik geniet als ik langs het meer rijd en ik weet dat ik moet eten wanneer ik door het dorpje kom, waar het iets vlakker is. Sowieso is eten iets wat constant mijn aandacht heeft. Gelukkig zijn de winegums van Blocks ook tijdens het klimmen goed weg te werken, dus die eet ik dan ook maar de hele tijd.

Berg 1 check!

10:05u; Ik arriveer boven op de Glandon. Keurig! Evert van Tour de Vacance rent het laatste stukje tot over de tijdslijn even mee met mijn foeragetasje zodat ik daar in alle rust mijn bidons kan vullen, wat kan eten en mijn zakken kan vullen met reepjes en gelletjes. Na een minuutje of 10 ben ik helemaal aangevuld en ready to go. De afdaling van de Glandon is geneutraliseerd, dus hier doe ik rustig aan. De tijd maakt toch niet uit.


Feeling hot, hot, hot

Het stuk richting de Télégraphe is langer en lelijker dan ik had verwacht, maar gelukkig vind ik snel een groepje waarbij ik kan aanhaken en dus pendel ik rustig die kant op. Het begint ondertussen al aardig heet te worden en ik ben benieuwd wat de dag verder nog gaat brengen.

De Télégraphe en de Galibier heb ik nog nooit beklommen en ik ben ontzettend benieuwd hoe het nou is om 34 km te klimmen. Zo lang klimmen heb ik nog nooit gedaan en ik kan me eigenlijk ook niet voorstellen hoe het is. Nou ja, gewoon beginnen en we zien het wel.

De temperatuur is ondertussen opgelopen tot 35 graden en dat begint zijn tol te eisen merk ik om me heen. Veel mensen staan langs de kant uit te puffen en proberen ergens een streep schaduw te vangen. Ook ik begin wat last van de hitte te krijgen en wanneer ik het bord “8 km tot einde Télégraphe” lees, schiet er door me heen; “shit eeh das nog een uur?!” Gelukkig komt er net op dat moment een stuk schaduw tevoorschijn en kan ik een paar minuten afkoelen. Zó had ik dat even nodig! Het blijkt genoeg spirit te geven om door te trappen.

Ineens hoor ik mijn naam. Huh?! Hoe kan dat nou? Blijkt het mijn man te zijn. “Hoe kan jij nou achter mij zitten?” Hij bleek bij de afdaling van de Glandon materiaalpech gehad te hebben. Losse spaak. Wat een ellende. Omdat het noodnummer niet bereikbaar was, was de enige oplossing doorrijden. Met een slag in zijn wiel. Wat een domper. Maar gelukkig trapt hij dapper door en binnen een paar minuten is hij al weer uit het zicht. Omdat ik toch niets voor hem kan doen focus ik me weer op mijn eigen rit en zo arriveer ik exact 3 uur na mijn aankomst op de Glandon op de Télégraphe.

De hitte en de 12 km klim hebben best wat energie gekost dus even goed uitpuffen is geen overbodige luxe. Ik merk dat eten ook al wat lastiger wordt, maar de zoute chips die ik in mijn tasje had gedaan gaat er goed in. Omdat ik best wat mensen om me heen gezien heb, die het zwaar hebben besluit ik even goed uit te rusten. De Galibier is serieuze klim dus beter safe then sorry. Dat het kwik tot bijna 40 graden is gestegen zorgt er ook voor dat drinken, drinken en nog meer drinken extra belangrijk is.

Met volle teugen ofzo

Na 40 minuutjes rust stap ik vol goede moed weer op, om mijn tocht voort te zetten. Mijn benen draaien nog steeds lekker en ik geniet nog steeds met volle teugen. Of nou ja, volle teugen; ik ben me er erg bewust van hoe bijzonder het is wat we daar aan het doen zijn. De omgeving is prachtig en ik voel me best wel nietig daar tussen de bergen. Ik besef me ook steeds meer dat ik behoorlijk goed in vorm ben. Mannen met de duurste fietsen en de meest afgetrainde lijven zie ik liggen in de berm, voor zich uit starend in de verte, moed verzamelend om verder te gaan. Terwijl ik, de 39 jarige moeder van 2 jonge kinderen, gewoon lekker aan het trappen ben. Best goed voor het moraal. Ik moet er een beetje om grinniken in mezelf, maar waarschuw mezelf tegelijkertijd om niet overmoedig te worden. Ik ben er nog lang niet. Interessant joh, de gesprekken die je met jezelf voert wanneer je een volle dag op de fiets zit 😊

Ineens ben ik aangekomen bij de laatste 8 km van de Galibier. Het stuk waarvoor vaak gewaarschuwd wordt dat het zo zwaar is. In climbfinder ziet dat stuk er hoofdzakelijk rood uit dus dan weet je wat je te doen staat. Net voor ik het bruggetje over wil gaan zie ik nog een klein restaurantje langs de kant van de weg. Ze verkopen er water. IJs-koud-water. Daar heb ik zin in! Ik bestel snel een grote fles waarvan ik een deel zo over mijn hoofd heen gooi. Afkoeling! De rest drink ik zoveel mogelijk over tot ik niet meer kan. Ik gooi nog wat over mijn polsen en doneer het laatste beetje aan een fiets collega. We hebben het allemaal warm en dat verbroedert.


Gewoon doorgaan

Tijd om het laatste deel van de Galibier aan te vallen. Ondertussen kom ik ook al mensen lopend tegen. Fietsschoenen aan het stuur en fiets in de hand. Jeetje, ik hoop niet dat ik op dat punt ga komen, want dan is het nog wel héél ver. Maar zo ver komt het gelukkig niet. De extra ingelaste waterstop was een slimme zet geweest en ik trap rustig richting de top. 16:00u ik arriveer bij onze foeragepost op de Galibier. Hoppa! Lekker hoor! 3 van de 4 bergen afgevinkt. Daar kom ik ook mijn man weer tegen die ondertussen verblijd wordt met een nieuw achterwiel. Godzijdank! Onze eigen foeragepost was de laatste hoop voor een nieuw wiel. Als dat niet was gelukt had hij daar de handdoek in de ring moeten gooien, want 45 km afdalen met een slag in je achterwiel is vragen om ongelukken. Hij is dan ook zo blij als een kind en bijkomend voordeel is dat we vanaf nu besluiten samen verder te gaan. Samen gaan we afmaken waar we al die maanden naar toe hebben geleefd. Ik besef me dan al hoe bijzonder dat dat is.

Wat heel grappig is, is dat ik de hele dag al uitkeek naar het moment dat ik hier zou mogen gaan afdalen. 45 km afdalen. 45 km frisse rijwind. 45 km even ontspannen. Tenminste dat dacht ik. En ook al wist ik ergens dat afdalen best zwaar kan zijn. Wanneer je ervoor staat besef je ineens dat afdalen ook niet vanzelf gaat. Na een tijdje krijg je spierpijn in je vingers, je handen en je armen. Maar goed ach, laten we niet klagen. Gelukkig regent het niet, want dan is dit echt serieus linke soep.

Poeh eeh, valt dit even tegen

Om 17:40u arriveren we onder aan de Alpe d’Huez en zijn we beiden eigenlijk nog behoorlijk fit. Best bijzonder na 160 km en dik 3500 hoogtemeters. Na een sanitaire stop, wéér eten en een duik onder de kraan zetten we nog één keer aan. Nog één berg. Kom op let’s go! Vol goede moed trappen we ‘m aan en dan… dan valt het toch ineens tegen! Het zijn mijn benen niet waar ik last van heb, maar mijn onderrug. Het lijkt wel of die ineens denkt “doe eens ff normaal joh! Is het niet welletjes ondertussen?” Ik weet dat de eerste drie bochten het zwaarst zijn en eigenlijk zijn die twee erna ook wel pittig. Na vijf bochten stop ik even. Vijf dagen geleden reed ik deze berg nog kletsend op, maar nu valt er weinig meer te zeggen. Het is sowieso rustig op de Alpe. Het enige wat je hoort is het geluid van rubberen banden op het asfalt, het op- en afschakelen en het ademen van de vermoeide fietsers. Iedereen die hier nu fietst is moe. We weten dat we er bijna zijn, maar allemamachies wat kunnen 21 bochten lang duren!

Laatste loodjes…

Ik stap weer op en na een bocht of vijf hoor ik weer mijn naam. Bas! Hij zit langs de kant in de schaduw. Bas, de man die nooit stopt tijdens een klim heeft het ook taai. Hij heeft steken in zijn zij en ik ben blij dat ik even legitiem kan stoppen. Weer even de rug strekken, wat drinken, winegum nummer 177 erin en weer door. We spreken af door te rijden tot bocht 5 want daar ergens zit een waterpunt. Koel, fris, water. Heerlijk! Hoe blij kan je zijn met koud water?! Hoe dan ook is het een goede stimulans en na, voor mijn gevoel, een eeuwigheid komen we daar aan. Ik merk dat Bas weer al beter in zijn ritme zit dus we stoppen maar kort. Het einde is in zicht. Letterlijk en figuurlijk. Huez zien we liggen en de eindstreep lonkt. We stappen op en met de blik op oneindig ga ik ervoor.

Mijn rug doet nog steeds zeer en ik beloof mezelf dat ik in bocht 3 nog even mag stoppen. Maar daar aangekomen zie ik het bord van 2 km tot finish staan. Kom op Joleen nog even doorbijten! Gelukkig wordt het daar ook al wat minder stijl en gaat het klimmen meer vanzelf. Wanneer ik het dorp in kom krijg ik weer meer energie. Potverdikkie nu ben ik er echt bijna. Ik word nog wat toegejuicht door omstanders en zo trap ik dapper door tot de eindstreep. Wanneer ik de finishboog zie en binnengeklapt wordt door de omstanders schieten even de tranen in mijn ogen. Zó eeeh ik heb het gewoon geflikt! Het is 19:45u en ik sta boven op de Alpe met zilver!

Durven & Doen

Toen ik 9 maanden geleden dit avontuur aanging met mijn man wist ik diep van binnen dat ik dit kon. Dat ik de mindset, de wil en het doorzettingsvermogen had om dit te doen. Maar toch… ik had het nog nooit gedaan. Maar zoals met zoveel dingen in het leven is het een kwestie van Durven & Doen. Het durven doelen stellen en daar dan vervolgens volledig voor te gaan. Veel stond de afgelopen maanden in het teken van deze tocht. Twee, drie keer in de week fietsen, naar de sportschool gaan voor core training, letten op voeding, inlezen, voorbereiden en dit alles in combinatie met een gezin en werk. Het was een uitdaging, maar het was het meer dan waard! Dit jaar is slechts 65% gefinisht en wij waren erbij. En daar ben ik súper trots op!

Joleen op de Alpe dhuez
Joleen Jansen