De helft van de rit hoef je niet te trappen toch?
Over het fietsen van de Marmotte Grandfondo
We schrijven voorjaar 2016, lunchpauze bij toenmalig werkgever. Ik praat met collega en mede fietsfanaat M over de Marmotte Grandfondo, waaraan ik later dat jaar deelneem. Alleen al bij de gedachte aan deze monsterrit – 175 km, 5.000 hm – gieren de zenuwen me door het lijf. Collega M bemerkt dat enige nuchterheid voor dit grandfondo groentje geboden is. Hij presteert het om met een eenvoudige uitspraak – De helft van de rit gaat toch bergafwaarts en hoef je niet te trappen – de Grandfondo terug brengen naar de eenvoud van het (maar bij ondergetekende zeker niet minder geliefde) lokale rondje rondom de kerk.
Gewapend met deze omdenkende woorden, een afgevinkt ‘pro wannabe’ trainingsschema en de achterzakken gevuld met gelletjes van merk Doorzettingsvermogen bereikte ik na een uurtje of tien doortrappen – soms toch ook bergafwaarts – de finish op Alp d’Huez.
Op herhaling
Maart 2021. Corona heerst nu al een jaar en houdt ook de toertocht en Grandfondo kalender in haar greep. Fietshoogtepunten zijn de afgelopen 1,5 jaar vooral laagvliegers gebleven. Rondjes over de Veluwe en een beetje klimmen over de Zuid-Limburgse heuvels ten spijt. Dan blijkt er plots toch weer wat meer mogelijk, het virus lijkt voor even gedoofd. Manlief stelt voor om de Marmotte nog eens te gaan rijden. Gewoon, omdat het kan. Aarzelend stem ik in mee te gaan. Twijfels over een matige voorbereiding en conditie worden weggewuifd. Met inmiddels duizenden fietskilometers in de benen moet de bagage groot genoeg zijn om met een eindsprint in juli en augustus de 2021 editie te volbrengen.
In september togen we – manlief, ik zelf en onze fietsvriend die er in 2016 ook bij was – naar de plaats van handeling, de Franse Alpen. We verblijven in ski-dorp- in-tijdelijke- ruste, Alpe d’Huez. Het is tenslotte al september en het laagseizoen heeft haar intrede gedaan. Was het in 2016 een drukte van jewelste in het finish dorp bovenop de Nederlandse berg, nu, september 2021 heerst er vooral rust. Het gehalveerde aantal deelnemers vanwege het verplaatsen van het event van juli naar september doet hier ook een aardige duit in het zakje. Het kan onze pret niet drukken. We vermaken ons opperbest in ons fijne appartement uitkijkend op de Alpenexpress. De Italiaan om de hoek heeft deze dagen een goede aan ons en ook de supermarkt is blij met eventjes wat meer klandizie. Daags voor D-day prepareren we ons en beklimmen we de Col d’Ornon. Standje berggeit is gevonden, we zijn er klaar voor.
Samengeknepen billen
Zaterdag 4 september, iet giet oan! Fietsvriend aka Jan Pelleboer heeft alle weerapps doorlopen en komt tot de conclusie dat het wel eens een natte editie kan worden. Gewapend met koplampen op standje maximaal én regentenue – het is pikkedonker om 06.00 uur ’s ochtends én het regent – zetten we de afdaling van Alpe d’Huez in. Het gaat richting Le Bourg d’Oisans, de startplaats van de Marmotte. Met samengeknepen billen dalen we de natte, donkere Alp af. Ik hoor mezelf denken dat het maar goed is dat ‘ons mam’ even niet precies weet wat ik aan het doen ben. Zonder kleerscheuren bereiken we de startboog, alwaar warempel een flauw zonnetje opdoemt.
Tony Martin in tha house?
We bollen over de startlijn richting het aperitief van vandaag, de Col du Glandon. Richting deze col is het zaak niet te gek te doen en uitgerust te beginnen aan deze lange, maar niet al te steile klim. Ik probeer terug te denken aan 5 jaar terug, de laatste keer dat ik fietste door dit schitterende decor van bergflanken en stuwmeren. Flarden herinner ik me nog, maar al gauw maakt het denken plaats voor trappen. Het venijn zit hem hier in de staart. Iets vermoeider dan gehoopt bereik ik de top. Ik tref manlief en de inmiddels uit zijn vak ontheven Jan Pelleboer, want de zon is uitbundig gaan schijnen en zal zich vandaag niet meer verstoppen. We dalen ieder op eigen tempo af en zetten samen koers richting het voorgerecht van de dag, de Col de Télégraphe. We pikken op de lange vlakke weg naar de Télégraphe aan bij pelotonnetjes. Té hard fietsen hier is niet verstandig, het zwaarste deel van de rit moet nog komen. Manlief houdt stand bij een peloton waarbij Tony Martin het kopwerk lijkt te doen. Ik kies eieren voor mijn geld en zak af naar een beter passend treintje. De Télégraphe doemt al snel op. Zonder al te veel problemen kom ik boven. Even de bidons vullen en door naar het hoofdgerecht van de dag, de Col de Galibier.
Angstgegner
Na een lang stuk vals plat en een laatste revailtieringspost mag ik aan de sterkste tegenstander van de dag beginnen. Ruim 18 km bergopwaarts stoempen. In 2016 waren hagel, regen en wind mijn metgezellen. Het regenjasje moest toen aan, nu kon deze uitblijven. De koperen ploert deed goed haar best en ook mijn benen lieten we niet in de steek. Moe maar voldaan bereik ik de 2.600 meter hoge top, waar ik geniet van het prachtige landschap. Dan een gelletje erin, windjackje aan en gaan met die banaan. In volle vaart zet ik de afdaling in.
De man met de hamer
Na een heerlijke lopende afdaling volgen lange stukken vals plat omhoog, maar gelukkig voornamelijk omlaag. Tot aan de voet van de Alpe d’Huez weet ik me steeds verzekerd van fijne treintjes, waardoor ik een soort van fris kan beginnen aan het toetje van de dag. Of beter gezegd, het grand dessert. De finale beklimming telt de inmiddels opgedroogde 21 haarspeldbochten, is zo’n 12 km lang en kent een gemiddeld stijgingspercentage van bijna 8%. En er staan al 180 km op de teller! Ik hoop hier vandaag geen oude bekende tegen te komen. In 2016 zag het me op de Nederlandse berg soms zwart voor de ogen en ging ik een paar keer met de voetjes naar de grond. Die oude bekende ben ik gelukkig misgelopen en na een eindsprint (hoezo dan?) bovenop de Alp passeer ik in extase de Marmotte Grandfondo finishboog.
Gewapend met medailles en zere lijven – we zijn ook geen 20 meer – schuiven we ’s avonds aan bij onze Italiaan. Veel eten doen we niet, we zijn al gevuld met trots en mooie herinneringen. Het was ook deze editie genieten met hoofdletter G. Marmotte, je was weer fantastisch! Op naar nummer drie? De helft van de rit hoef je niet te trappen toch…