Marmotte: buigen of breken op Galibier en Alpe d’Huez
176 kilometer, 4 cols en 5000 hoogtemeters staan mij vandaag te wachten. Zo naïef en onbevangen als ik de Granfondo Sportful vorig jaar heb gefietst, zo weloverwogen begin ik aan deze uitdaging.
Bart en ik hebben ons voor de Marmotte ingeschreven via reisorganisatie Tour de Vacance. We hebben twee verkennende beklimmingen gedaan en de complete route met de auto voorgereden. Ik heb een tijdschema en we hebben drie dagen gerust. Ik heb er zin in. Ik voel me goed. Let’s go!
Het plan is dat ik de tocht binnen 9:41 uur uit ga rijden, goed voor goud in mijn leeftijdscategorie.
Bedoeling is dat ik tijdens de Marmotte eens eruit haal wat erin zit
Dat plan om goud te rijden is afkomstig van Bart. Hij dringt er al het hele jaar op aan dat ik tijdens de Marmotte er eens uit haal wat erin zit. Daarbij wil hij dolgraag de rol van ‘meesterknecht’ (zijn woorden) op zich wil nemen.
Voor mij hoefde het al die tijd niet zo nodig. Ik geloofde er ook niet zo in. Maar toen ook fietsbegeleider Evert Duyse van Tour de Vacance riep dat ik goud kon halen en zelfs aanbood om een tijd- en voedingsschema voor me te maken, wilde ik het toch proberen. Als mensen je zo graag willen helpen, dan moet je dat gewoon maar eens aangrijpen.
Col 1: Glandon, 24 kilometer, 1150 hoogtemeters
Bart en ik maken meteen tempo vanaf de start. Al binnen dertig minuten zijn we bij de voet van de Glandon, waar het meteen met 7 procent omhoog gaat. Vanaf nu is het menens. Direct schuift de massa wielrenners in elkaar. Als één grote menselijke slang wurmen we ons omhoog.
Wat een drukte. Het is lastig om mijn ritme te vinden in het gedrang. Fiets ik uiterst rechts, dan zit ik zo tegen het wiel van mijn voorganger en raak ik opgesloten. Wil ik passeren, dan moet ik helemaal linksom gaan, wat extra kracht kost op een helling van 8%.
Als één grote menselijke slang wurmen we ons omhoog
Een renner komt me rechts voorbij zetten en snijdt me af. Daar is toch geen ruimte! In de remmen maar en weer aanzetten. Mijn racefiets sputtert gelukkig niet tegen, geen problemen met schakelen meer.
Bart fietst zijn eigen tempo en zit een paar meter achter me. Als het afvlakt, haalt hij me in en als het steiler wordt, laat hij me gaan.
Tijd- en eetschema
‘Vlak stuk dorp ETEN 1 REEP’, lees ik op het tijdschema op mijn frame. Braaf pak ik de eerste sportreep uit mijn achterzakje, de verpakking is alvast opengeknipt. Ik heb geen honger maar ik weet: eten is cruciaal om deze Marmotte te laten slagen.
Na een klein stukje dalen, stijgt de Glandon ineens serieus met 12%. Dit is een taai stuk zeg. Het is maar goed dat ik de afgelopen dagen heb uitgerust. Een soepele cadans draaien, hartslag ruim onder het omslagpunt houden en op tijd eten. Dat is het enige waar ik op moet letten, dan komt alles goed.
De laatste kilometers van de Glandon kan ik in de verte het Marmotte-circus op de top al zien liggen. Het is een goed oriëntatiepunt om naartoe te fietsen.
Steeds dichterbij komen de kleurige vlaggen, busjes en parasols van de reisorganisaties. Daar is de top, nog even doortrappen. Om 9:57 uur rijd ik over de zwarte matten, acht minuten vóór op schema.
Hier en daar ruik ik de geur van verbrande remblokjes
Op de afdaling van de Glandon wordt hard in de remmen geknepen, om me heen ruik ik remblokjes. Bart en ik hebben geen enkele haast, de tijdregistratie is toch stilgezet voor deze beruchte afdaling. We stoppen zelfs om foto’s te maken. Hé, daar heb je Stefan, een van de fietsbegeleiders van Tour de Vacance. Met zijn drieën fietsen we verder.
Schandalig: pas na 55 minuten afdalen en lanterfanten fiets ik in Saint-Étienne-de-Cuines de zwarte matten over en gaat de klok weer lopen.
Col du Télégraphe, 11,8 kilometer, 856 hoogtemeters
In het vals platte Maurienne-dal winnen we twintig minuten tijd, geholpen door Stefan die eventjes Wout Poels speelt. Om 11:38 uur komen we aan bij de voet van Col du Télégraphe.
Wat is het er warm! Geen schaduw of wind; het zweet drupt van mijn neus op mijn Garmin. Gelukkig is deze klim nergens heel steil. Maar heel mild is ‘ie ook niet, en best lang. Ik mis de afleiding van mooie vergezichten. Op de automatische piloot trap ik maar verder, net zo lang tot de top in zicht komt. Om daarna snel af te dalen naar die gevreesde Alpenreus, de Galibier.
Galibier, 18,1 kilometer, 1245 hoogtemeters
“Ga!”, roept Bart achter me, terwijl hij me met grote armgebaren wegwuift. We zijn inmiddels twintig minuten aan het klimmen en na enkele milde kilometers is de Galibier opnieuw flink steil geworden. Voor Bart is het moment aangebroken om te lossen. Van tevoren heeft hij me laten beloven dat ik door zal fietsen, het is onderdeel van ons plan. Toch voelt het wrang. Nog zo’n afstand te gaan, zonder Bart. Dat ben ik niet gewend.
Gelukkig heb ik mijn mp3-speler bij. De muziek brengt me in een rustige, gefocuste toestand. Na een half uur steek ik het bruggetje bij Auberge de Plan Lachat over. Hier beginnen de meedogenloos steile kilometers tot aan de eeuwige sneeuw.
Gewichtheffen
Deze laatste acht kilometers heeft de Galibier een stijgingspercentage van gemiddeld 12%. Het is gewichtheffen, de ene kilometer na de andere. Ik zit achterop mijn zadel en gebruik mijn bil- en bovenbeenspieren om de pedalen naar beneden te duwen. Boven me rolt een eindeloze stroom wielrenners gestaag naar boven.
Ik kijk naar beneden, langs al die haarspeldbochten af. Fietst Bart daar ergens? Houd de focus. Bart redt zich wel. Ga door.
Mijn shirt is drijfnat en naarmate ik hoger kom en het harder en killer begint te waaien, krijg ik het kouder. Het kippenvel staat op mijn armen. Ik ben ook wat kortademig in de ijle lucht. Daar is de eeuwige sneeuw, de lucht erboven wordt steeds grijzer.
“Ik moet mijn eigen tempo rijden”, hijg ik tegen Stefan. Ik waardeer het dat hij nog steeds bij me in de buurt fietst maar ik kan hem niet bijhouden. Laat me maar.
Daar is de eeuwige sneeuw. Het kippevel staat op mijn armen.
Ik ben opgelucht als ik de vlaggen van de tourorganisaties en de fouragepost ontwaar, een stukje onder de top van de Galibier. De top is afgesloten wegens een sneeuwverschuiving. Om 14:40 uur kom ik over de matten, een half uur vóór op schema.
“Wil je cola?”, vraagt Evert die de fouragepost van Tour de Vacance op de Galibier bemant. Met zijn Rode Duivels-muts zorgt hij voor een vrolijke noot op de grauwe top. Evert is zorgzaam, hij maakt de verpakking van mijn sportreep alvast voor me open en helpt me met het aantrekken van mijn lange handschoenen.
Naast me dreigt een vlag weg te waaien. Het begint nu ook te regenen. Ik moet hier geen moment langer blijven staan.
Lees ook: 8 tips om goud te fietsen tijdens La Marmotte
Regen en hagel op de Galibier
Voordat ik de kans krijg om af te koelen, duik ik de tunnel in. Ik ben nog steeds bezig met het eten van mijn sportreep als ik besef dat ik al vol de afdaling ingedoken ben en flink tempo maak. Inmiddels regent het hard. Eén voordeel: verhitte velgen zijn geen punt van zorg nu.
Ik daal gefocust, zonder angst en zonder veel te remmen. Niemand haalt mij in, ik haal alleen maar wielrenners in. Ze lijken soms wel stil te staan. Wat ben ik blij met mijn lange handschoenen en regenjack.
“Zou ik niet bang moeten zijn?”, denk ik bij mezelf, maar ik ben heel rustig ondanks het hoge tempo. Ik kan vertrouwen op mijn ervaring, op de vele keren dat ik al gedaald heb en het altijd goed is gegaan.
Het water spat op van de weg, ik voel mijn schoenen vollopen. Het gevoel is al snel uit mijn tenen verdwenen. Dan begint het ook nog te hagelen. Mijn gezicht is verstijfd van de kou en ik voel de spanning in mijn schouders en nek toenemen. Mijn handen, op de remmen onderin de beugels, raken ook gevoelloos.
Ik mag niet stoppen, moet zorgen dat ik beneden kom.
Maar ik denk geen moment aan stoppen. Nu in de remmen knijpen, op deze bergwand in deze omstandigheden, zou het einde van mijn Marmotte betekenen. Er is maar één uitweg: naar beneden. Zorgen dat ik zo snel mogelijk lager kom, waar het warmer is.
Na achttien lange kilometers dalen kom ik weer in de bewoonde wereld: het ski-oord La Grave. Het is er al wat minder koud. Van hieruit is het nog een heel eind verder naar beneden. Waar of wanneer het precies stopt met regenen, weet ik niet meer. Maar na nog tien kilometer is de afdaling van de Galibier eindelijk voorbij.
Pauze in de zon
Beneden op de nieuwe omleidingsweg, aangelegd vanwege de gesloten Chambon tunnel, is van het noodweer niets te merken. De zon staat te stralen en het is dik 25 graden. Ik gun mezelf de tijd om even te stoppen en bij te komen van de adrenalinekick. Het spannendste van de Marmotte is achter de rug en ik heb het gewoon gered!
Ik voel me tot rust komen en trek mijn drijfnatte spullen uit. Rustig eet ik een reep. En nog een gelletje er achteraan. Deze pauze in het zonnetje heb ik verdiend. Ik zet mijn mp3-speler weer aan en met alle overbodige kleding in mijn achterzakjes gepropt, stap ik op voor de laatste etappe van de tocht: de Alpe d’Huez.
Op het grote blad trap ik met 45 kilometer per uur door.
Of het door de korte pauze komt, weet ik niet, maar ik voel me als herboren. In de vallei gaat het grotendeels flauw naar beneden en op het grote blad trap ik met 45 kilometer per uur door. Ik blijf maar wielrenners inhalen. Ik snap er niets van. Fiets ik nou zo hard?
Ik heb geen idee waar ik me ergens bevind in het deelnemersveld maar de massa van de eerste helft is nergens meer te bekennen.
Col 4: Alpe d’Huez, 13,8 kilometer, 1061 hoogtemeters
Om 15:47 uur begin ik aan de eerste steile kilometers van Alpe d’Huez. Leuk, er zijn supporters! Onderaan neem ik nog een gelletje, de laatste van de dag. Hiermee moet ik boven zien te komen.
Tot en met de derde bocht voel ik me redelijk goed. Maar dan krijg ik een ongewenste metgezel. Verscholen heeft hij me op staan wachten, de man met de hamer.
Ik ben ineens ontzettend moe. Mijn schouders en nek staan onder spanning en mijn ogen worden zwaar. Ik probeer op de automatische piloot te fietsen en er niet te veel aandacht aan te schenken. Die afdaling van de Galibier is me blijkbaar toch niet in de koude kleren gaan zitten.
Ik weet wat ze zeggen. Als je afstapt, is het bekeken.
Voortdurend word ik ingehaald. Dit zijn al die mensen die ik heb gepasseerd in de afdaling en die eigenlijk veel beter fietsen dan ik.
De gedachte om even te pauzeren, dringt zich steeds meer op. Ik ben zo moe, ik zou wel kunnen slapen. Maar ik weet wat ze zeggen: als je afstapt, is het bekeken. Dan kom je niet meer vooruit.
Als ik in het dorp Huez op het bredere stuk asfalt kom, kan ik er niet meer tegen vechten. Ik móet gewoon even stoppen. Voor het eerst knijp ik in de remmen en zet ik mijn voeten aan de grond. Het voelt raar. Is dit opgeven?
Ik zet mijn helm af. Het zweet loopt in straaltjes van me af. Mijn maag is op hol en het duizelt voor mijn ogen. Ik leg mijn armen over mijn stuur en leun erop. Even bijkomen.
Voor het eerst knijp ik in de remmen. Is dit opgeven?
Links van me komt een continue stroom van deelnemers voorbij. Wat zouden ze denken: die staat geparkeerd! Ik ben nog zo gewaarschuwd: op Alpe d’Huez kun je veel tijd verliezen. Heb ik dan toch te veel krachten verspeeld?
Hoe lang ik daar precies heb gestaan, weet ik niet. Vijf minuten, tien minuten misschien. Maar het zweet is een beetje opgedroogd en afgekoeld, de duizeligheid weggetrokken. Ik ben weer helder in mijn hoofd. En belangrijker: ik ben er weer klaar voor.
Ik zet mijn helm op, klik in en fiets weer verder. Op mijn Garmin is het 16:47 uur. Volgens mijn tijdschema hoef ik pas om 17:50 uur op de top te zijn en dat is nog buiten het getreuzel op de Glandon gerekend.
Maar bijna direct keert de vermoeidheid terug, het zware gevoel in mijn nek en armen. Als ik omhoog kijk, is het nog zó ver. Nog zoveel bochten. Wie had dat gedacht, dat ik nog zo kapot zou gaan op die goeie oude Alpe d’Huez.
Laatste bocht
De gedachte aan stoppen wissel ik af met dromen van de finish.
Nog even en dan is het voorbij. Dan zie je Bart weer en gaan we barbecueën en verhalen uitwisselen en mooie herinneringen opbouwen. Maar daarvoor is het wel nodig dat je doorgaat.
De laatste bocht vóór het dorp Alpe d’Huez ligt extra ver naar links. Alsof de berg me voor het laatst op de proef wil stellen. Maar ik ga nou niet meer opgeven.
Daar zijn de terrassen al, zie je de mensen zitten? Weet je nog dat je hier twee jaar geleden voor het eerst de Alpe d’Huez beklom en de Marmotte-rijders zag? Je kon je niet voorstellen dat zij hiertoe in staat waren. En nu doe je het zelf. Je bent gewoon aan het finishen op de Marmotte!
Het laatste stuk tot de finish wil ik alleen maar dat het gedaan is. Ik ben op, ik kan niet meer.
Eindelijk, daar is de boog van de finish. Toch nog iets te hard vlieg ik de rotonde op, vlak langs de toeschouwers af. Pas op, even remmen en bijsturen, scherp blijven nu. Ik zal hier toch zeker niet de hekken in vliegen zo op het einde.
Het voelt alsof ik van een schans word gelanceerd, zo makkelijk vlieg ik de laatste vlakke meters over het asfalt. Om 17:20 uur – vijftig minuten vóór op schema – fiets ik onder de boog door, over de matten. “Piiiiieeeeeep!” Het eindsignaal. Dit was het!
Ik ben helemaal hyper, weet niet waar ik heen moet met mijn euforie
Als eerste zie ik de vader van Evert, die heeft meegeholpen om mijn tijdschema uit te rekenen en me een glaasje hersteldrank aanbiedt. “Is het gelukt?” Ja, het is gelukt, ik heb goud gehaald!
Ik ben helemaal hyper, geef hem een high five. En daar is Stefan! Hij zat dus vlak achter me. Hij ziet bleek en kijkt niet blij, heeft last van zijn knie. Maar ook hij heeft het gehaald, wat geweldig goed van hem.
Ik weet even niet waar ik heen moet met mijn euforie en mijn verhalen. Was Bart maar hier, ik wil hem nu zo graag zien.
Als in een waas loop ik het drukke festivalterrein over naar de rotonde, waar ik mijn fiets tegen een hek zet en Bart opwacht. Zal hij de kou op de Galibier goed hebben doorstaan? Komt hij de Alpe d’Huez nog op? Ik sta al snel te rillen van de kou, misschien ook wel door alle adrenaline.
Na drie kwartier wachten zie ik eindelijk mijn wielerman de rotonde indraaien. Hij lacht en ik ben zo trots, hij heeft het gered!
Lachend en huilend tegelijk omhelzen we elkaar
Ik grijp mijn racefiets en loop snel terug naar de finish. We vinden elkaar snel. Lachend en huilend tegelijk omhelzen we elkaar. Wat ik al drie kwartier probeer tegen te houden, komt los. Ook Bart is in tranen. “Het was zo koud, ik was bang dat je het niet zou halen.” Ik weet het, ik had precies hetzelfde. Wat fijn dat ik hem zie, dat we weer samen zijn. Samen het fietsen delen is een groot deel van ons geluk.
Na de euforie volgt de terugslag. Terwijl we onze certificaten ophalen, wordt Bart duizelig en moet hij even gaan zitten.
Mijn certificaat komt uit de printer rollen. Ja, daar staat het echt. ‘Scheepers Janneke, Brevet d’Or, avec le temps de 8:52’. Bart heeft zilver gehaald in 9:41 uur. Twee medailles vormen het tastbare bewijs. Uitgelaten pakken we elkaar vast. 176 kilometers, 4 cols, 5000 hoogtemeters. Ongelooflijk, dit was de Marmotte!
N.B.
Twee jaar geleden stond ik langs de kant tijdens La Marmotte 2014 en keek ik met open mond naar de vrouwen die deze tocht fietsen. Hoe stoer kon je zijn? Dat zij 176 kilometer aflegden en vier cols beklommen, vond ik onvoorstelbaar. Dat zou ik nooit kunnen. Maar ik kan het wel. Ik heb zelfs goud gereden.
Bedankt Robert, Evert, vader van Evert, Stefan en de andere begeleiders van Tour de Vacance, en Bart niet te vergeten. Zonder jullie betrokkenheid en hulp zou ik nooit het vertrouwen hebben gehad om dit doel te stellen tijdens La Marmotte. Een ervaring om nooit te vergeten!
Lees ook: 8 tips om goud te fietsen tijdens La Marmotte
Bekijk mijn Marmotte op StravaVolg deze blog
Janneke! Geweldig! Wat een prestatie dit en wat laat je me dat prachtig meebeleven met dit verhaal. Goed van je om je door al die moeilijke momenten heen te werken, omdat je een missie hebt, die je wilt volbrengen. Ik schrok wel van de enorme drukte, die te zien in in de video. Leuk om te lezen dat je stukjes van het deel dat je het zonder je ‘fietsman’ moest stellen met mp3-speler hebt gereden. Geloof het of niet, maar ik heb dat in 25 jaar fietsen nog NOOIT gedaan, rijden met muziek op mijn oren… Ik heb dat echter een paar weken terug, toen ik daar eenzaam op de Ventoux reed, voor het eerst zitten overwegen en nu lees ik het ook bij jou. Toch maar eens proberen…! En inderdaad: het is een groot diep te koesteren geluk dat jij en Bart samen fietsavonturen kunnen beleven 🙂
Hehe.. is wat vreemd, ook voor mij, om Janneke zo weg te laten fietsen (niet dat ik een keus heb 😉 ). Gelukkig zijn er in zo’n georganiseerde tocht genoeg anderen om lastig te vallen. :D… toch rij je het grootste deel in stilte, denkend aan hoe de ander het er vanaf brengt… Ik ben vooral blij dat ze een keer er alles uit heeft getrokken wat erin zat! Super trots!
Oh, dit klinkt klef, maar ik ben ook super trots op Bart! Hij geeft nooit op, hoe zwaar het ook is. Hij heeft in La Grave zelfs 20 minuten in een bushokje zitten bibberen om bij te komen van de kou! Uiteindelijk heeft hij zelf ook een hele goeie tijd gereden. En wat ik later pas hoorde: Bart heeft er bij de reisorganisatie op aangedrongen dat ze mij ervan zouden overtuigen dat ik goud kon rijden. Anders zou ik er nooit voor gaan (wat klopt). Dus ik heb het vooral aan Bart te danken :). Maar samen fietsen vind ik nog altijd veel leuker.
Wow! Wat een gave ervaring!
Ik ben zelf echt nét begonnen met wielrennen, maar van zoiets als dit kan ik alleen maar dromen! Prachtig geschreven!
Toch maar alvast hier wat vaker de Cauberg hier opfietsen 😉
Sportieve groet!
Heel mooi om te lezen Janneke! Super knap dat het gelukt is om goud te halen.
Thanks Femke, jij ook gefeliciteerd met je prestatie: binnen de tijd de Marmotte uitgereden! En Daniëlle, leuk dat je Zijwielrent.nl hebt ontdekt. Hopelijk heb je iets aan de artikelen maar vooral zou ik willen zeggen: ga er heerlijk met je racefiets op uit en geniet van je mooie nieuwe sport. Er gaat een wereld voor je open. Wie weet sta je zelf over een (paar) jaar wel aan de start van de Marmotte!
Ontzettend mooi verhaal; bij vlagen zelfs ontroerend!
Petje diep af voor jullie bikkels!
Thanks Gus 🙂
Hoi Janneke
Wat een geweldig verhaal! Ik lees je blog heel graag; je kunt niet alleen ontzettend goed fietsen maar ook nog eens heel goed schrijven, met relativering en humor, petje af! Ook ben ik blij met de tips, daar heb ik als beginnend fietser al een hoop van geleerd. Dankjewel!
Groeten
Miriam
Hoi Miriam, wat een mooi compliment zeg. Fijn te horen dat je ook nog wat opsteekt van mijn verhalen :). Ik probeer het fietsen inderdaad niet té serieus te nemen, wil er vooral van genieten. Het is gewoon zo leuk dat je zoveel kunt beleven met wielrennen. Zo’n granfondo is gaaf natuurlijk maar ook een tochtje door je eigen omgeving is waardevol. Altijd maak je wel wat mee of leer je iets nieuws. Zoveel om over te schrijven. Bedankt dat je mijn blog volgt en veel fietsplezier!
Hoi Janneke. Een prachtig verhaal over een geweldige dag. Ik vond het fijn om jullie even te leren kennen daar in de Alpen. En heel mooi da je je doel gehaald hebt. Ik ben in mijn eerste Marmotte 4 jaar geleden op de Alpe d”Huez in het zicht van ruim binnen de tijd voor goud, terug gedraaid. Ik kan je zeggen, het doet na 4 jaar nog altijd zeer! Mooi dat je het geddan hebt. Bart ook natuurlijk. We komen elkaar nog wel eens ergens tegen.
Groeten,
Henny
Hoi Henny, wij vonden het ook leuk om jou te ontmoeten en samen omhoog te fietsen naar Villard Reculas, na de beklimming van de Glandon. Het mooie van een uitdaging als La Marmotte is dat je het elk jaar weer opnieuw kunt proberen! Dus als het de ene keer niet lukt, dan vast het jaar erop. Ik vond het geweldig om de Marmotte te fietsen. En om de hele week over wielrennen te kunnen praten met al die enthousiastelingen, ha ha! Het wereldje is klein, dus we komen elkaar inderdaad vast nog tegen. Misschien tijdens Meewind Koers of de Kempentocht die ik op 28 augusustus samen met Team CCP organiseer? Zie https://www.facebook.com/zijwielrent/events?ref=page_internal Groetjes Janneke
Hallo Janneke heb zojuist het verslag gelezen het heeft me tot tranen geroerd.
Ik reed dit jaar een dag voor dat de tour er arriveerde en op de dag zelf de Mount Ventoux en weet wat er dan door je heengaat als je zo iets presteert.
Maar laat ik eerlijk wezen mijn (prestatie) staat in schril contrast met die van jou en ook die van je vriend Bart.
Top top toppie.
Ik zou graag de Marmotte ook eens fietsen maar gezien mijn leeftijd van bijna 68 ga ik dat niet meer doen.
Met vriendelijke fietsgroeten,
Theo.
Dag Theo, bedankt voor je reactie, bijzonder om te lezen dat je geraakt was door dit verslag. Het is ook een mooi moment, om na uren klimmen zo’n iconische top te bereiken. Van een Glandon, Galibier, Alpe d’Huez maar ook de Mont Ventoux. Iedere fietser die dat een keer heeft gedaan, weet hoeveel indruk dat maakt. En de ene prestatie is niet minder dan de andere! Mocht je het leuk vinden, Bart en ik hebben ook de Mont Ventoux beklommen afgelopen juli en daarvan een verslag en een filmpje gemaakt. Zie: https://www.zijwielrent.nl/cingles-du-mont-ventoux-3-keer-kale-berg-op/ Groetjes Janneke
Hoi hoi, ik heb je verhaal meerdere keren gelezen. Geweldig! Jouw video heb ik wel eens gezien (had me nooit gerealiseerd dat het begin zo massaal was), maar nu doet de video niet meer. Nog een vraagje: hoe werkt die losse inschrijving eigenlijk (waardoor je in 2015 geen startbewijs had)?
Hoi Silvan, bedankt voor je bericht en goed dat je het even meldt van die video. Ik heb ‘m hersteld, hij doet het nu weer. Los inschrijven doe je gewoon via de site van Look Marmotte Granfondo Series: http://www.marmottegranfondoseries.com. Ik heb even gekeken en op hun site staat dat de inschrijvingen eind oktober weer open gaan: http://inscription.sportcommunication.info. Succes, ga ervoor!