Op de dag van de Marmotte stappen Bart en ik rond 6.00 uur in Huez op onze racefietsen. Om 7:30 uur moeten we starten in Le Bourg-d’Oisans, we hoeven maar acht kilometer af te dalen op de Alpe d’Huez om daar te komen. Maar al bij de tweede haarspeldbocht merk ik dat er iets helemaal niet in orde is. Ik kan niet opschakelen naar het buitenblad.
Paniekerige gedachten flitsen door mijn hoofd. Wat nu? Hoe moet dat straks op het vlakke stuk in de vallei? Wat als we dit niet op kunnen lossen?
De voorderailleur kan niet ver genoeg naar buiten.
We stoppen een paar bochten verderop. Terwijl een eindeloze stroom wielrenners voorbij zoeft, onderzoekt Bart mijn racefiets. Ik moet vooral even niets zeggen, de situatie staat meteen onder hoogspanning.
De voorderailleur kan niet ver genoeg naar buiten. “Ik heb een schroevendraaier nodig”, concludeert Bart. We stoppen bij een willekeurig busje langs de weg, ze hebben gelukkig het juiste gereedschap te leen. Daarmee is het probleem even opgelost maar het blijft knagen.
Hoe kan mijn voorderailleur zomaar ontsteld zijn?
Eerst maar eens naar beneden rollen, wat best lastig is als je niet mee kunt trappen in de bochten.
Irritant kraakje
Beneden aangekomen, schuiven we aan bij een enorme menigte van wachtende deelnemers. Op dat moment krijgt Bart een inval: “Volgens mij heb ik de crank niet ver genoeg terug getikt.”
De dag tevoren heeft hij mijn crank losgehaald om deze te smeren, in de hoop daarmee een irritant kraakje op te lossen. Het terug monteren is klaarblijkelijk niet helemaal volgens het boekje gegaan.
En zo bevind ik me in de bizarre situatie dat, op de dag van de Marmotte, na zes maanden voorbereiding en een week acclimatiseren, een kwartier vóór de start, mijn trapper eraf wordt gehaald en mijn crank door Bart op zijn plaats wordt gemept tot die goed zit. De wielrenners achter ons kijken ongelovig toe.
‘Even’ afstellen
Nadat de trapper weer vast is geschroefd, moet mijn voorderailleur ook nog ‘even’ opnieuw worden afgesteld. Ik probeer behulpzaam te zijn en rustig te blijven. Vooral niet kijken hoe laat het is. Nu lopen stressen, gaat de boel niet helpen.
Na tien koortsachtige minuten veegt Bart zijn voorhoofd af: “Ik denk dat het wel goed is zo.”
Een paar keer ter plekke schakelen lijkt probleemloos te gaan maar of mijn racefiets echt in orde is, zal ik pas merken tijdens de Marmotte zelf. Op hoop van zegen dan maar.
Of mijn racefiets echt in orde is, zal ik pas merken tijdens de Marmotte zelf
Ik moet plassen (van de zenuwen?) maar no way dat ik mijn shirt en bib ga uittrekken op een parkeerplaats met een paar duizend wielrenners ernaast. Hoe ik dat op ga lossen, zie ik nog wel. Wie weet, gaat het over.
Water vergeten
Het is inmiddels 7:25 uur – een paar minuten voor vertrek – als Bart een slok wil nemen en tot een vervelende ontdekking komt. Zijn beide bidons zijn leeg. Hij is vergeten ze te vullen met water. “Ga vragen bij dat busje daar”, wijs ik, uiterlijk kalm. Hoeveel toertochtstress kan een mens aan?
Intussen komt de menigte in beweging. Met twee racefietsen in mijn handen schuifel ik mee. Gelukkig, daar komt Bart weer aan, met twee volle bidons. “Ze boden ook nog aan om er tabletten voor sportdrank in te doen, super aardig!”, vertelt hij enthousiast.
Ik ben blij dat hij weer kan lachen en voel mijn eigen spanning ook wat wegebben. Fijn dat we eindelijk mogen gaan fietsen. Het is twee kilometer tot de start, we zijn nog steeds op tijd. En zie ik dat goed? Is dat daar een Dixie langs de kant van de weg? Ik durf het bijna niet te geloven. Misschien komt alles toch nog goed.
Lees het verslag van mijn deelname aan La Marmotte 2016 >>
Volg deze blog
8 reacties
Hehe, het is tot nu toe altijd al goed gekomen. 😉
Wat een crankzinnig verhaal. 🙂 Benieuwd of de trip verder zonder problemen verloren is.
Hoi Jonathan, we hadden vooral crankzinnig veel stress, ha ha! (Nu kan ik erom lachen). Hoe de tocht verder is verlopen, lees je komende week…. 😉 Groetjes Janneke
Dag Janneke,
Wat tof dat je ook de Marmotte reed. Ik heb dit jaar ook voor het eerst gereden, terwijl ik altijd de grootste niet-klimmer was van mijn oude studentenvereniging. Iedereen, maar vooral mezelf heb ik verbaasd doen staan door de tocht uit te rijden. Ik heb pas vandaag deze site ontdekt, maar ga het in de gaten houden! Heel gaaf om verhalen van andere dames over de tocht te lezen. Ben benieuwd naar dat van jou. Mijn verhaal is trouwens ook als blog verschenen, mocht je het leuk vinden om ook andere ervaringen te lezen 🙂
http://cobblescycling.com/2016/07/12/marjolijn-van-lier-rijdt-la-marmotte/
Groetjes, Marjolijn
Hoi Marjolein, dank voor het delen van je link! Mooi verhaal heb je geschreven, hard getraind het afgelopen halfjaar zo te zien. Wat was het afzien hè, die Galibier! Ik ben ook rillend afgedaald, maar dat lees je nog wel. Ik ga jullie site ook in de gaten houden, zal me meteen aanmelden bij jullie Cobbles club :). Groetjes Janneke
Dankje Janneke. De Galibier was inderdaad erg ja. Goed dat we doorgezet hebben 🙂 ! Binnenkort jouw verhaal, ik kijk er naar uit!
Ik lees je verhalen met veel plezier.
Je bent zo eerlijk en open over je ervaringen dat het voor lezers zoals ik fijn is om te lezen.
Ik moet ook een beetje denken aan boeken zoals die van Jan Zomer en de Renner als ik je verhalen lees.
Ik krijg er in ieder geval een fietsgevoel van en moet nog lachen ook.
Bedankt.
Hoi Dirk-Jan, Dat is toevallig, ik ben juist ’43 wielerverhalen’ aan het lezen van Tim Krabbé. Ik vind het wel een eer dat mijn schrijfsels je doen denken aan deze auteur. Zijn ‘De Renner’ moet ik nog lezen, het schijnt een heel goed boek te zijn. Jan Zomer kende ik nog niet, maar even googlen maakte mij wijzer. Gelukkig staan veel van zijn verhalen op internet. Bedankt voor je leuke reactie, echt fijn om te horen!