Met zadelpijn moet je niet te lang blijven rondfietsen. Het is waarschijnlijk op te lossen, met een ander zadel en/of een betere afstelling van je racefiets. Maar hoe?
Ik ging hierover in gesprek met SICI-gecertificeerd bikefitter Jurrian van der Pijl van Jurrian Cycling Consultancy. Met ruim tien jaar ervaring en meer dan vierduizend bikefits op zijn naam, is hij een absolute expert op dit vlak. Jurrian is bovendien honderd procent onafhankelijk in zijn adviezen.
Ik waarschuw je vast: het is een uitgebreide zoektocht naar de oplossing voor jouw zadelpijn, een snel antwoord is er vaak niet. Maar met deze tips en adviezen van Jurrian kom je zeker een heel eind.
Hoe dit artikel te lezen
Dit artikel bevat veel informatie over zadelklachten, vormen van zadels, afstelling, allerlei denkbare oplossingen en specifieke zadels. Om het geheel overzichtelijk te houden, heb ik hier en daar extra uitleg ‘verborgen’ onder +-jes. Die kun je uitvouwen als je meer wilt weten.
In het artikel staan een aantal tips specifiek voor vrouwen, maar mannen kunnen er ook hun voordeel mee doen. Veel succes!
Twee randvoorwaarden: stabiliteit en drukverdeling
Wat je om te beginnen moet weten. Om fijn op een zadel te kunnen zitten, moet het voldoen aan twee randvoorwaarden:
- Stabiliteit, dus dat je stil op het zadel zit als je fietst. En niet zit te wiebelen.
- Drukverdeling, dus dat de druk goed verdeeld is over het zadel. Er moet bijvoorbeeld niet te veel druk zijn aan de voorkant, op het schaambeen, iets waar vrouwen vaak last van hebben.
Jurrian: “Mankeert het aan een van deze twee voorwaarden, dan krijg je grote kans zadelklachten. Om daar wat aan te doen, moet je gaan kijken: waar zit het probleem?”
Kort gezegd heb je 3 belangrijke soorten zadelproblemen. Jurrian legt ze uit:
Zadelprobleem 1: Schuurplekken
In de categorie ‘schuurplekken’ vallen blaren, onderhuidse vochtblaren, alle huidproblemen, schuurplekken en brandplekjes.
“Dit komt over het algemeen door instabiliteit. Je beweegt te veel op het zadel. Mogelijk is je zadelvorm niet goed of staat het zadel niet op de goede plek. Maar het kan ook zijn, dat je heup vastzit of je bekken geblokkeerd is, waardoor je gaat bewegen.”
Aanpak: Het is zaak om te zorgen dat je stabieler gaat zitten. Daarmee bedoelen we, dat je minder beweegt op het zadel. Om te beginnen kun je kijken naar een andere zadelvorm. Daarnaast kun je andere oplossingen onderzoeken, zoals een kortere crank of core stability training.
Zadelprobleem 2. drukpijn
Met ‘drukpijn’ wordt bedoeld: druk op bot- of botranden ofwel pijn op botten. Vaak zit het probleem bij de zitbotten, maar door de bekkenvorm van vrouwen, kan bij hen de drukpijn ook verder naar voren op de schaambeenrand zitten.
Aanpak: Kijk of een andere zadelvorm een betere drukverdeling oplevert. “Als de zadelvorm goed is, dan zit circa 80 procent van de druk op de achterkant van het zadel. Slechts 10 à 15 procent van de druk zit aan de voorkant”, legt Jurrian uit. “Voor de duidelijkheid: het is niet goed als je je zitbotjes voelt. Dan ondersteunt je zadel een te klein deel van het zitbeen. Bij een goed zadel voel je dat je op de achterkant zit, maar je kan niet precies aanduiden wáár.”
Een V-vormig zadel zou kunnen helpen bij drukpijn op je schaambeen. En als je als vrouw een zogenoemde ‘outie‘ (daarover later meer) bent, kan een zadel met padding aan de voorkant een oplossing zijn. Ook de juiste ’terugstand’ van je zadel kan enorm helpen.
Zadelprobleem 3. Gevoelloosheid
Gevoelloosheid, de naam zegt het al. Bij vrouwen wordt deze zadelklacht in de volksmond ook wel ‘slaapmuts’ genoemd, bij mannen ‘slaapzak’.
Vaak is bij deze klacht zowel de stabiliteit als de drukverdeling niet goed. Dat maakt gevoelloosheid een heel lastig probleem om op te lossen.
Aanpak: Eerst moet je erachter komen: is de drukverdeling óf de stabiliteit in orde? Ga vormen van zadels uittesten. Sluit daarbij uit of je door een ander zadel enkel drukpijn, of enkel schuurplekken krijgt. Hieronder vind je een testplan dat je kunt hanteren.
Plan om een een beter passend zadel te vinden
Zoek je een ander zadel? “Koop niet gewoon maar een zadel, omdat een fietsvriend(in) vindt dat dat een fijn zadel is”, waarschuwt Jurrian. “Ga testen met een plan.”
Hij deelt een heel simpel plan voor zadelvormselectie door uitsluiting, waar je mee aan de slag kunt gaan.
Stap 1:
Kijk eens, wat voor vorm heeft je huidige zadel nu eigenlijk? Zadels hebben drie basisvormen die je kunt selecteren:
- In de lengte is het zadel vlak of hol.
- De achterkant van het zadel is rond of plat.
- Van bovenaf gezien heeft het zadel een T-vorm of V-vorm.
– De T-vorm heeft een lange, smalle neus en wordt achterop breed.
– De V-vorm loopt vanuit de neus snel uit, zoals het Specialized Power zadel. Die V-vorm is voor vrouwen vaak beter geschikt dan voor mannen.
3 basisvormen van zadels
Stap 2:
Je hebt de drie basisvormen van je huidige zadel vastgesteld. Bijvoorbeeld: vlak, met een ronde achterkant en een T-vorm.
Neem nu een ander zadel dat aan twee van die vormen ook voldoet, en één vorm anders heeft. Bijvoorbeeld: ook vlak en rond, maar met een V-vorm. Dat zadel ga je uittesten. Houd je dezelfde zadelklacht?
Jurrian: “Nu ga je uitsluiten: ik heb die vorm geprobeerd, die kan ik afstrepen. Dit zadel geeft geen verbetering.”
Stap 3:
Ga verder testen. Je houdt steeds twee van de zadelvormen hetzelfde en verandert één van de vormen, en test of dat beter is. Hierdoor wordt het aantal keuzes in zadels steeds minder. Totdat je bij het zadel komt waarmee het wel goed gaat.
Tip: maak een testformulier, waarop je steeds bijhoudt welke van de drie vormen je hebt gewijzigd, en wat het effect is.
Wanneer heb je lang genoeg getest?
Jurrian: “Je moet eigenlijk minimaal drie keer op een zadel rijden om er een goed oordeel over te geven. De eerste keer mag je het voelen. De tweede keer ook nog. De derde keer moet het veel langer duren voordat de pijn uberhaupt komt. Als dat het geval is, zit je op de goede weg. Als de klacht iedere keer terugkomt op hetzelfde moment of steeds sneller terugkomt, dan is het zadel niet geschikt.”
Met Jurrian besprak ik nog veel meer mogelijke oplossingen en aspecten waar je naar kunt kijken, in je zoektocht om je zadelpijn op te lossen. Overweeg het volgende eens:
Een zadel met een sleuf verdeelt de druk
Veel zadels hebben een kanaal in het midden. Het is een soort van sleuf over de hele lengte. “Zo’n kanaal verdeelt de druk, zodat je geen druk op één plek in het midden krijgt. Dat doet heel veel mensen goed.”
Als vrouw krijg je vaak het advies dat je een zadel met een gat erin nodig hebt. Volgens Jurrian is dat absoluut geen vereiste, mits je voldoende druk hebt op de juiste plek. Hij legt uit: “Als jij druk in het midden hebt, valt die druk niet weg door een gat in het zadel te maken. Die druk gaat bij het dichtstbijzijnde plekje daarnaast zitten. Daarom is de basis – de bovenkant van het zadel – belangrijker dan wel of geen gat.”
Een gat in het zadel heeft wel een belangrijke andere functie: ventilatie. Zeker als het warm is. Als je heel diep zit, zou je een uitsparing ook nodig kunnen hebben.
Minder drukpijn aan de voorkant door de juiste terugstand
Drukpijn aan de voorkant is een probleem waar veel vrouwen mee kampen op de racefiets. Dit wordt vaak veroorzaakt door de zadelstand. Jurrian: “Als je zadel niet op de goede plek staat, dan ga je kantelen om je zwaartepunt op de goede plek te krijgen.”
Vooral de terugstand van het zadel is daarbij van belang, ofwel: hoe ver het zadel naar voren of naar achteren staat. “Als die op een goede plek staat, dan wordt de zadeldruk ook veel beter verdeeld. 5 millimeter kan zomaar goud zijn.”
Maar pas op: als het zadel al wél op de goede plek staat en je gaat het verschuiven vanwege zadelklachten, dan verander je je zwaartepunt. Dan gaat je lichaam corrigeren en worden problemen vaak alleen maar groter.
Zet de punt van je zadel níet naar beneden of omhoog, als je drukpijn aan de voorkant hebt
Veel vrouwen die last hebben van drukpijn aan de voorkant, zetten de punt van hun zadel naar beneden. Niet doen, volgens Jurrian. “Je gaat daardoor voorover hangen. Je bekken kantelt dan nog verder naar beneden en je schuift veel meer af, waardoor je nog meer druk op de voorkant brengt.”
En de tegenovergestelde ingreep, het omhoog draaien van de zadelpunt? “Dan kantelt je bekken naar achteren. Je maakt dan een bolle rug, waardoor het lijkt alsof je stuur te ver weg staat.”
Het zadel moet om en nabij waterpas staan, afhankelijk van of je een hol of vlak zadel hebt. “Als je een vlak zadel hebt, mag de punt maximaal tussen de 0 en -3 graden naar beneden staan. Dat is maximaal 5 millimeter verschil tussen de voor- en achterkant van het zadel.”
Zet niet zomaar je zadel lager om drukpijn te vermijden
Het lijkt een goede oplossing bij drukpijn: je zadel lager zetten om minder druk te voelen. Maar wat er gebeurt, is dat je als het ware een beetje achterover gaat zitten. “De druk kantelt meer naar de achterkant toe en er komt meer spanning in je bovenrug. Je lost het probleem daarmee niet op, maar verschuift het”, aldus Jurrian.
“Je hebt er, door de veranderde belasting, misschien minder last van dan je net had. Maar houd er rekening mee dat je mogelijk andere problemen gaat creëren. Bijvoorbeeld een verminderde trapefficiëntie of klachten omdat je je rug en nek anders belast.”
Sleutel gerust aan de zadelstand, maar houd de posities bij
Een zadel is natuurlijk redelijk eenvoudig te verstellen. Jurrian: “En dat is op zich prima om te proberen, zolang je maar weet waar je blijft. Creëer de nulwaarde voor jezelf: dit is mijn nulpunt en nu ga ik veranderen.”
Houd bijvoorbeeld een formuliertje bij per rit: wat je veranderd hebt, wat er gebeurt, hoe het voelt, of het beter is. “Daarmee kun je conclusies gaan trekken. En, ook heel belangrijk, verander niet drie dingen tegelijk.”
Nog een tip: markeer de plek waar je zadel eerst stond. Zodat je altijd weer terug kunt naar de vorige situatie. “Anders schuif je straks bijvoorbeeld je zadel te ver weer terug en staat het een centimeter verder naar achteren dan ‘ie ooit stond. En 5 millimeter kan echt heel grote problemen of oplossingen bieden!”
Voor de ideale terugstand van het zadel is de marge (tussen te ver naar voren of naar achteren) vaak 5 millimeter.
Zadel met zachte padding tegen pijnlijke schaamlippen
Heb je last van pijnlijke schaamlippen tijdens het wielrennen, dan is het volgende goed om te weten. Kort door de bocht: vrouwen hebben naar binnen staande schaamlippen (‘innies’) en naar buiten staande schaamlippen (‘outies’). Deze illustratie maakt het duidelijk.
Jurrian: “Als jij een ‘outie’ bent, kun je eigenlijk maar één ding doen en dat is het zadel zo zacht mogelijk te maken. Daar zijn specifieke zadels voor, met heel veel gel erin, zodat je op een soort kussentje gaat zitten. Wat ook kan helpen, is een heel lang en smal zadel. Daarmee verdeel je zo veel mogelijk druk over de hele lengte, in plaats van dat je aan de voorkant die druk hebt.”
“For the women who are considered ‘outies’, the vulva and the labia are much more pronounced and exposed, often showing as a physically larger area. The clitoris also may be a physically larger area. In other words, there is more fleshy surface area to the external genitalia for those who are considered outies. For the ‘innie’, the vulva, the labia, and the clitoris tend to be more enclosed or drawn up internally so that the crotch area is smoother. The innies will have a smaller exposed soft tissue surface area.”
Kies niet vanzelfsprekend voor een zacht zadel
Een zadel moet stevig zijn. Dat is althans de mening van de gemiddelde bikefitter,
volgens Jurrian. Maar dat sluit niet uit dat een zacht zadel toch een goede oplossing voor jou kan zijn. Bijvoorbeeld omdat je een ‘outtie’ bent.
Kies je voor een zadel met gelpadding, dan liefst alleen aan de voorkant. “Want een zacht zadel zorgt voor disstabiliteit; daar beweeg je op.”
Een heel bekend en populair dameszadel is de Selle Italia Diva, dat is een zacht zadel. Ik vroeg Jurrian om zijn eerlijke mening erover. “De stabiliteit op dat zadel is heel slecht. Je hebt er heel veel wrijving op. Ik vergelijk het altijd met een autostoel van een Franse auto uit de jaren ’70, en een Duitse auto.”
Vind een goede broek met de perfecte zeem
De optimale combinatie is een stevig zadel, waarop je duidelijk contact maakt met je zitbotgedeeltes, met een goede zeem erbij. De demping moet in je zeem zitten, niet in je zadel, meent Jurrian.
“De keuze voor een zeem is bijna net zo persoonlijk als de vorm van het zadel. Bij een heel dik zeem is de kans bijvoorbeeld groter dat je plooien krijgt, waar huid tussen gaat zitten. Dat kan tot puistjes en andere klachten leiden. Maar als je heel slank bent, heb je daar minder last van dan wanneer je wat meer vetmassa hebt. Wat voor de één goed is, hoeft voor de ander dus niet per se goed te zijn. Ook hier kom je weer achter door te testen.”
Broekcrème kan helpen
Broekcrème kan ervoor zorgen dat je langer pijnvrij kunt fietsen. Het maakt je huid soepel en zorgt ervoor dat je minder last hebt van wrijving. Daardoor heb je minder snel kans op ontstekingen, puistjes, pukkels en ingegroeide haren. De meeste broekzalven hebben bovendien een antibacteriële funcie.
“Probeer ritjes onder de twee uur zonder broekzalf te rijden. Als je altijd crème smeert, houd je je huid soepel en maak je ‘m afhankelijk van de crème. Waardoor je geen hardheid opbouwt”, aldus Jurrian.
Het maakt niet uit welk merk broekcrème je kiest. Er zijn wel wat verschillen in geur en substantie, maar in de basis doen ze hetzelfde. Je zou zelfs uierzalf kunnen gebruiken, maar dat is slecht voor je fietsbroek. Overigens: niet scheren kan weleens een betere oplossing zijn dan broekcrème smeren, zie onder.
Niet scheren is beter
De functie van schaamhaar is om vocht goed te reguleren. “Als je je niet scheert, kan je fietsbroek beter het vocht reguleren”, legt Jurrian uit. “Daardoor krijg je minder wrijving op die plek. Trimmen kan wel.”
Als je je niet scheert, heb je mogelijk geen broekcrème meer nodig, want broekcrème smeer je juist om wrijving te verminderen. “Dit kan vooral een verschil maken bij meerdaagse tochten zoals The Ride, waarbij je geen hersteltijd hebt. Dan ontstaan vaak de problemen. Bij af en toe een rondje fietsen, loopt het wel los.”
Staar je niet blind op de afstand tussen je zitbotjes
De afstand tussen je zitbotjes speelt een rol bij de keuze van je zadel, maar slechts tot op zekere hoogte. Jurrian: “Je zadelbreedte wordt veel meer gerelateerd aan de hoek die je bekken maakt of kan maken. De één is flexibeler dan de ander.”
“Stel, jij hebt een in verhouding breed bekken, maar je bent wel heel flexibel en je rijdt wedstrijden. Dan is een breed zadel niet geschikt, omdat je daarop je bekken niet meer kunt kantelen. Dan krijg je allerlei klachten, in eerste instantie aan rug of nek.”
Je kunt twee dezelfde zitbotbreedtes hebben met twee compleet verschillende breedte zadels, met een gelijkende positie zelfs. “Dat maakt het natuurlijk ook complex. Er is niks standaard.”
Al kun je hier wel vanuit gaan: hoe dieper je wilt zitten, hoe smaller je zadel is. Hoe rechterop je wilt zitten, hoe breder je zadel mag zijn.
Zadeldrukmeting volstaat niet voor zadelselectie
Een zadeldrukmeting of drukpuntmeting, die onderdeel uitmaakt van de meeste bikefits, wordt vaak als hét middel gezien om een passend zadel te vinden. Bij deze meting wordt een matje met sensoren over het zadel getrokken. Vervolgens wordt de drukverdeling op het zadel gemeten en met kleuren (van rood tot en met blauw) weergegeven. Volgens Jurrian is het an sich echter geen geschikte methode om een zadel op te selecteren.
“De zadeldrukmeting is wél een hele mooie tool om, als je eenmaal de goede zadelvorm gevonden hebt, de juiste selectie te kunnen maken. Je kunt met deze tool zien, hoe je je na drie tot vier uur fietsen zult voelen op een zadel. De zadeldrukmeting helpt ook om je zadel perfect af te stellen, zodra je eenmaal het goede zadel hebt geselecteerd. Je kunt met een zadeldrukmeting heel goed zien of iemand stabiel zit.”
Kortere cranklengte geeft meer stabiliteit, vooral bij vrouwen
Op racefietsen zit vaak standaard een crank met een lengte van 170 millimeter. Door die te vervangen door bijvoorbeeld een cranklengte van 165 millimeter, krijg je ongeveer 1 centimeter minder kniehef. Je maakt letterlijk een minder grote beweging met je benen en hebt ongeveer 10 graden minder heuphoek. Dat kan met name vrouwen erg helpen om stabieler te zitten.
Vrouwen zijn namelijk flexibeler dan mannen, waardoor hun bekken meer naar voren kantelt en de heuphoek eerder op slot komt te zitten. Jurrian: “Dan kan je elk zadel kopen wat je maar wilt, maar dan ga je wiebelen.” Bovendien zijn vrouwen over het algemeen kleiner dan mannen. “Iemand die kleiner is, heeft veel sneller dit probleem dan iemand die langer is.”
Gelukkig wordt de cranklengte 165 millimeter tegenwoordig zo’n beetje standaard op de kleine maten racefietsen (tot maat M) gemonteerd.
Zorg dat je goed passende schoenen hebt
Als je fietsschoenen en schoenplaatjes niet kloppen, dan kan je zadel ook niet goed staan, stelt Jurrian. “Als je voeten geen goede steun hebben, moet het daarboven opgelost gaan worden. Je stabiliteit begint bij je voeten.” Hij noemt drie acties die je zelf, als basis, kunt ondernemen om dit aspect beter te krijgen.
Actie 1: schoenplaatjes naar achteren
Zet je schoenplaatjes zo ver mogelijk naar achteren. Daarmee creëer je meer druk op de middenvoet en haal je druk van het zadel weg. Immers, ga maar eens een half uur op je tenen staan. Dat geeft veel spanning in je lijf en bekken. “Door die druk wat verder naar achteren te plaatsen, naar het midden van je voet, sta je minder op je tenen. Het lijf geeft meer ontspanning en dus ook vaak veel makkelijker in het zadel vormen.”
Actie 2: meet de breedte van je fietsschoen
Heel veel fietsers hebben te smalle fietsschoenen, volgens Jurrian. De voet wordt dan eigenlijk in elkaar gedrukt, terwijl je ook nog eens op je tenen staat. Er komt veel druk aan de buitenkant van de voet uit. Daarmee krijg je spanning in de buitenkant van de pees naar je heup toe, waardoor de heup minder goed kan roteren.
Wil je weten of jouw schoenen breed genoeg zijn? Markeer met twee streepjes op een papiertje hoe breed je voet is. Meet vervolgens hoe breed de zool van je fietsschoen is. Is je voet breder dan je zool, dan weet je genoeg. “Ik gok: als zeventig lezers dit gaan doen, blijken er zeker vijftig te smalle fietsschoenen te hebben.”
Actie 3: check of je fietsschoen goed aansluit
Vaak hebben mensen een fietsschoen die te smal is, én te veel volume heeft. “Logisch: omdat de schoen eigenlijk te smal is, koop je ‘m twee maten groter. Waardoor je nóg meer volume krijgt. Daardoor zit de voet te los in de fietsschoen. Dan heb je al geen stabiliteit meer. Want als je voet beweegt, beweegt daarboven alles mee.” Dit probleem zie je veel bij goedkopere modellen fietsschoenen van Shimano.
Je kunt eenvoudig checken hoeveel contact jouw voet in je fietsschoen heeft. Als je de schoen dichtmaakt, heb je dan materiaal over? Je fietsschoen moet goed aansluiten rondom je voet, zodat je voet niet meer kan bewegen. Gewoon zoals jouw gewone schoen ook aansluit op je voet.
Kweek ‘hardheid’ maar wel met vooruitgang
‘Ziteelt’ is geen fabeltje, vindt Jurrian. “Je moet wel wat hardheid op een zadel creëren. Om te vergelijken: als ik nu tien kilometer ga roeien, heb ik ook overal pijn.” Maar hoe lang moet je dan vol blijven houden, voordat je kunt zeggen of een zadel niet werkt voor je?
“Er moet steeds een vooruitgang in zitten. Dat is de voorwaarde. De zadelpijn moet steeds minder snel optreden. En wat nooit het geval mag zijn, is dat je twee dagen na je fietsrit nóg pijn hebt. Dat je maar een keer overslaat omdat het zo’n pijn deed. Dan is er iets totaal verkeerd.”
Bijvoorbeeld: je test een nieuw zadel. De eerste rit krijg je bij 20 kilometer last. Dan moet je de tweede keer niet al bij 18 kilometer last krijgen, of elke keer bij 20 kilometer. De afstand moet juist iedere keer langer worden. Dan ben je hardheid aan het opbouwen. Natuurlijk moet je daarvoor wel vaker dan één keer per maand fietsen.
Mogelijk kún je gewoon niet zo lang fietsen zonder zadelpijn
Als je hardheid opbouwt, zou de zadelpijn iedere keer een stukje minder moeten worden, totdat je je maximale belasting bereikt hebt. Dat is bij de één misschien pas bij 300 kilometer, maar bij de ander mogelijk al bij 60 kilometer.
Jurrian: “Sommige mensen kunnen misschien dusdanig opbouwen dat ze, ooit, twee uur kunnen fietsen. Ook al klopt alles, is alles stabiel: het lichaam kan gewoon op die plek niet meer belastbaarheid aan dan dat. Het kan zijn dat je dat moet concluderen. Hoe graag je ook anders zou willen.”
Werk aan je stabiliteit met core stability training
Met core stability oefeningen voor rompstabiliteit, maak je je lichaam sterker. Jurrian: “Uiteindelijk wil je de meeste druk op je voeten hebben, want daar gaat je fiets van vooruit. Door op je stuur te duwen, ga je niet harder fietsen. Uiteindelijk moet je bekken druk op het zadel creëren. Niet zoals je nu op een stoel zit, maar vanuit de core.”
Heb je een probleem met disstabiliteit, dan kan dit de fysieke oplossing zijn: yoga doen en je core sterker maken. Zodat je heup meer ruimte krijgt om te bewegen, waardoor je zélf makkelijker op de racefiets kan blijven zitten.
Kijk eens naar heel specifieke zadels, zoals SQlab en Selle SMP
Je kunt ook eens kijken naar zadels met een heel specifieke vorm. “SQlab is bijvoorbeeld extreem vlak. Selle SMP heeft juist een extreme V-vorm en dus erg veel verdeling, met een groot gat en die ‘snavel’ aan de voorkant. Dat kán een hele goede oplossing zijn, maar voor een hele grote groep is het een drama. Je weet het nooit, het valt te proberen.”
Zo ook de keuze voor een triathlon-zadel met open voorkant. “Het brengt meer druk op je armen, maar als jij daar comfortabel genoeg mee bent, kan het een prima oplossing voor je zijn.”
Wel raadt Jurrian aan om eerst het hierboven beschreven testplan voor zadelvormselectie uit te voeren. “Zodat je bijvoorbeeld weet: ik heb geen vlak zadel nodig, ik moet geen V-vorm hebben, het zadel moet minimaal rond zijn. Als je die basisvoorwaarden voor jezelf kent, kun je effectiever gaan kijken naar wat extreme zadelvormen doen.”
Kijk ook gerust naar herenzadels
Kijk ook gerust naar herenzadels. “Ik geloof niet zozeer dat er een specifiek dameszadelmodel is. Veel merken hebben bijvoorbeeld van exact hetzelfde zadel een mannen- en een vrouwenversie. Alleen de naam verschilt. Zoals Selle Italia de ‘Lady ‘ en de ‘Man‘ heeft, wat hetzelfde zadel is. En Terry van hun dameszadel ‘Butterfly’ ook een herenversie heeft, die heet gewoon anders.”
Wel zijn dameszadels over het algemeen breder dan de herenzadels, volgens de bikefitter. “Wie dat ooit bedacht heeft? Want de gemiddelde zitbotbreedte is niet specifiek veel breder bij vrouwen dan bij mannen. Ze hebben alleen een andere opening aan de voorzijde van het bekken. Dat loopt rond bij een vrouw, bij een man loopt het in de V-vorm.”
HIj vervolgt: “Als je alle wetenschappelijke artikelen leest, is het verschil minder dan 1 centimeter. Maar het bekken van vrouwen kantelt ook meer, waarmee dat verschil eigenlijk weer vervalt. Daarom is een zitbotmeting niet de tool om een goede zadelkeuze te maken, vind ik.”
Uiteindelijk gaat het om de vorm en de breedte van het zadel, die moet bij je passen. Ter illustratie: “Ik heb bikefits gedaan van stellen, waarbij ik de zadels omgewisseld heb. Die vrouw ging weg op het zadel van de man en de man ging weg op het zadel van de vrouw.”
Een duurder zadel is niet per se beter
Heb je de juiste zadelvorm gevonden? Koop dan niet meteen het duurste zadel dat je kunt vinden, in de hoop dat dit het fijnste zadel voor je zal zijn. Jurrian: “Een duur zadel zit niet per se beter. Je betaalt voor het materiaal, niet voor de pasvorm. De prijs zit vooral in het gebruikte materiaal van met name de rails en de bovenkant.”
Denk aan een zadelrails van carbon in plaats van aluminium. Over het algemeen geldt: hoe lichter het zadel, hoe duurder. Dat is relevant als je lichtgewicht materiaal op je racefiets belangrijk vindt.
Afsluitend:
Het moge duidelijk zijn: op de racefiets hangen vele lichamelijke en technische aspecten met elkaar samen in een keten. Omdat het zadel veel wrijving geeft, ontstaat daar vaak een probleem en is het logisch dat je dáár als eerste gaat kijken. Jurrian: “Maar ik durf wel te zeggen dat 8 van de 10 keer het probleem helemaal niet in het zadel zit, maar op andere plekken eerst opgelost moet worden.”
Laat je zeker niet ontmoedigen. Start gerust je zoektocht naar jouw ideale zadel met het plan voor zadelvormselectie. Hij benadrukt: “Koop niet iedere keer een compleet ander zadel. Verander één ding tegelijk en haal daar conclusies uit. Als je dat drie keer achter elkaar hebt gedaan en je ziet nergens verbetering in, dan zit het probleem waarschijnlijk daar niet in. Dan kun je verder gaan kijken.”
Hopelijk heb je wat aanknopingspunten gevonden. Er is een sleutel voor jou om zonder zadelpijn te fietsen. Die zoektocht is de moeite waard. Ga ervoor! En anders… kun je altijd nog gaan fietsen zonder op je zadel te zitten, zoals de mensen in dit filmpje. 😉
Over Jurrian van der Pijl
Jurrian van der Pijl rondde als één van de eerste Nederlanders zijn opleiding bikefitting af in de Verenigde Staten en ontving een SICI certificering. In ruim tien jaar tijd heeft hij duizenden fietsers intensief geholpen. Jurrian is van mening dat in de fietsindustrie de nadruk te vaak op commerciële doelen ligt. “Bij mij ligt de focus altijd op de klant: hoe kan ik jouw fietsplezier vergroten?” Hij is 100 procent onafhankelijk als adviseur.
Meer info, zie: Jurrian Cycling Consultancy
4 reacties
Hi Janneke,
Fijn dat alles goed gaat met jullie en dat we je blog weer kunnen lezen.
Ik heb al veel artikelen gelezen over zadels en pijn maar die van jou is het meest compleet. Ga zo door en hopelijk komen er ook weer filmpjes. 👍👍👍
Hoi Martin, bedankt voor je reactie! Ja, er valt enorm veel te vertellen over dit onderwerp, dat bleek wel tijdens mijn gesprekken met Jurrian. Hopelijk helpt het artikel een stukje. Ik ga lekker door met mijn blog, en zal eens kijken of ik weer eens een filmpje kan maken. Ik maak weinig spectaculairs mee op fietsgebied, deze kalme dagen, maar dat hoeft ook niet altijd ;). Groetjes Janneke
Bedankt voor de goede en duidelijke informatie. Na 30 jaar met zadelpijn (alles went) hoop ik nog steeds op een remedie.
Één minpuntje; die avocado. Dat gaat nergens over. Waarom is het moeilijk om deze lichaamsdelen gewoon te benoemen en te illustreren met bijv een tekening? Ook de geslachtsdelen. Als wij als vrouw ons al schamen om ons lichaam te beschrijven en te onderzoeken….
Verder niets dan lof over alle info en leuke berichten.
Hoi Liesbeth, bedankt voor je reactie. Ik snap je heel goed en je hebt ook wel gelijk. Maar dit vond ik persoonlijk een fijne en duidelijke manier om het helder te maken. Een andere schrijfster zou het vast anders hebben aangepakt. Hoe dan ook hoop ik wel dat je toch nog eens jouw ideale zadel of oplossing zal vinden. Hoe fijn zou het niet zijn als je zonder zadelpijn zou kunnen fietsen! Groetjes Janneke