Herfst en ik kan niet binnen blijven zitten

Het volgende moment zit ik op mijn racefiets. Nog een uurtje voordat het gaat schemeren, dit wordt hooguit 25 kilometer. Maar wat is het fijn om eruit te zijn.
Vreugde van het wielrennen
De lucht is koud in mijn luchtwegen, mijn voeten zijn lekker warm in de hoezen. Ik voel de vreugde van het op mijn racefiets zitten. Het lijkt wel alsof ik maanden niet gewielrend hebt. Ik ben me bewust van de lichtheid van mijn fiets, de wendbaarheid en de zelfverzekerdheid waarmee ik fiets.
Boven me een festival van rood, groen en oranje. De herfst is werkelijk uitbundig dit jaar.
Ik kies mijn route over de Slingerdreef, een mooie weg bij het Ulvenhoutse bos. Boven me vormen bomen een kleurig dak, een festival van rood, groen en oranje zo ver ik kan kijken. De herfst is werkelijk uitbundig dit jaar.
Even zie ik mijn schaduw voorzichtig op het asfalt verschijnen, dan weer is de lucht egaal grauw. Maar de pracht van de natuur biedt ruim tegenwicht. Het bos sprankelt en glinstert, druppels op de bladeren lichten op in de zon en soms zie ik meer wit dan kleur.
Ronddwalen
Ik stuur voorzichtig door de met bladeren bedekte bochten en maak me over mijn snelheid niet druk. Waar ik wind mee heb, gaat het 30, 31 per uur. Heb ik de wind tegen, dan fiets ik stukken rond 25 kilometer per uur. Het hoeft niet meer zo nodig nu, dat hard rijden. Ik ben blij met ieder uurtje dat ik eruit ben.
Dat paadje ziet er leuk uit, laat ik daar eens in gaan
Ik dwaal maar wat rond, heb geen plan. Dat paadje ziet er leuk uit, laat ik daar eens in gaan. Na een paar bochten kom ik een groepje oude boerderijen tegen, paarden in de weide, knotwilgen aan de zoom. Hier ben ik zeker nooit eerder geweest. Daar is een kruising, zal ik links- of rechtsaf gaan?
Na vijftien kilometer kom ik in Chaam uit, wat een leuke manier om dat dorp te bereiken vanuit Breda! Ik moet echt de omgeving beter leren kennen en niet steeds de bekende wegen kiezen. Dat neem ik me voor de komende winter voor.
Japans tableau
De smalle fietspaadjes die ik normaal links laat liggen, volg ik nu juist. Benieuwd waar ze uitkomen. Ik beland op een zandpad, het zand is hard aangedrukt en ik kan er makkelijk overheen op mijn racefiets. Even later kom ik uit op een rolstoelpad dat ik niet eerder heb gezien.
Een dik bladerdek ligt als een rode loper voor me uitgespreid.
Een dik bladerdek ligt voor me uitgespreid als een rode loper. Blaadjes dwarrelen naar beneden. Het lijkt wel een Japans tableau. Vol bewondering fiets ik er doorheen. Wat fantastisch! Ik ben een zomermens maar de pracht van deze herfst blaast me van de sokken.
Daar rechts, een prachtig smal paadje omzoomd door oranje, groene en rode struiken. Daar kan ik met de racefiets niet komen. Wat zou het fijn zijn om daar te fietsen! Waarom geen mountainbike kopen, denk ik bij mezelf. Méér nog dan op het asfalt kun je dan middenin de natuurpracht fietsen.
Herinneringen
Al fietsend komen herinneringen naar boven. Ik denk aan de tijd dat ik weleens op de MTB van mijn vader fietste. Samen met mijn vriendin Linda leefde ik me uit op single tracks door de bossen. Ik denk ook aan afgelopen zomer, de tijdritten, de energie en het pure geluk van een fijne snelle zomeravondrit!
Dat weemoedige gevoel, hoort het bij de herfst? Ik ben nog helemaal niet klaar met fietsen. Daarom, als het straks winter wordt, dan blijf ik gaan. Of het nou koud is of zonnig of bewolkt. Of het nu maar een ritje van twintig kilometer is of een urenlange duurtraining. Fietsen maakt me gelukkig en ik kan het niet missen.
Volg deze blog