Sneller wielrennen met deze 8 oefeningen
Het ideale uitgangspunt voor deze tips is dat je al een goed uithoudingsvermogen hebt opgebouwd, door duurtrainingen in een lage hartslagzone te doen. Het is een van de belangrijkste manieren om een betere fietser te worden, of je nu wedstrijden rijdt of toerfietser bent. Kort gezegd zit het zo: met duurtraining vergroot je je conditie, de basis waarop je gaat bouwen. En hoe breder de basis, hoe groter je prestatievermogen.
Wil je sneller gaan fietsen, dan is het zaak om jouw duurtrainingen te gaan combineren met intensievere trainingen waarbij je jouw hartslag wél omhoog jaagt.
#1 Doe intensieve intervaltrainingen
Het is taai, maar wel de beste tip. Een heel effectieve manier om sneller te worden, is door intervaltrainingen te doen.
Je hebt intensieve en extensieve intervaltrainingen. Bij intensieve intervaltrainingen trek je explosieve sprintjes. Je pusht jezelf vanuit je lage hartslagzone zo snel mogelijk naar een zo hoog mogelijke hartslag (D4), tot boven je omslagpunt, waarna je herstelt en de oefening herhaalt.
Stefan van Klink, sinds 2021 trainer van vrouwen-juniorenploeg in oprichting TalentNED en eigenaar van Better Cycling, geeft een paar oefeningen die je kunt doen tijdens je intensieve intervaltraining:
De rustperioden tussen je sprints kun je steeds korter maken naarmate je beter getraind raakt. Zorg wel dat je steeds voldoende herstelt.
Bij een intensieve intervaltraining ga je tot het uiterste en dat is super vermoeiend, maar het is wel heel effectief. Hiermee voeg je kracht toe aan je uithoudingsvermogen en snelheid. Als je kracht hebt, kun je echt explosief versnellen en hoge snelheid maken. Voor een gat dichtrijden draai je dan je hand meer niet om.
#2 Doe bloktrainingen en tijdritjes
Dan heb je ook nog extensieve intervaltraining. Dat komt dicht in de buurt van bloktrainingen en tijdrittrainingen rond je omslagpunt. Deze bloktrainingen zijn erg effectief om sneller te worden. Je kunt er alle kanten mee op. Twee voorbeelden:
- Bloktraining en tijdrit
Fiets een paar blokken van bijvoorbeeld 5 minuten in je D3-hartslagzone en herstel tussendoor steeds ruimschoots. Deze training kun je opbouwen: verleng je tijdritblokken naar 10, 20 minuten of zelfs 3 kwartier. Dan kom je in de buurt van een tijdrit. - Lang intervalblok
Fiets 3 tot 5 minuten boven je omslagpunt. Probeer zo hard mogelijk te gaan en zo lang mogelijk in je D4-zone te blijven. Dit is super vermoeiend. Neem daarom ruim de tijd om te herstellen en doe dit niet al te vaak in één training. Deze oefening is erg goed voor je snelheid.
#3 Varieer je trainingen
Als je snel wilt zijn én je snelheid lang wilt kunnen volhouden, is het belangrijk dat je trainingen doet met zowel een langere duur en een iets lagere snelheid, als met een kortere duur en een hogere snelheid.
Stefan legt uit: “Door je intervallen op zoveel mogelijk verschillende manieren toe te passen, train je je lichaam te preseren in verschillende snelheden en duurtijden van je snelheid. Je kunt op allerlei manieren variëren: hoe vaak doe je de interval, hoe lang herstel je steeds tussen de intervallen en hoe lang is de interval zelf.”
Door de intervaltrainingen steeds zwaarder te maken, word je steeds sneller.
#4 Gebruik de weg en wat je tegenkomt op je route
Tijdens je trainingsrit kun je allerlei redenen verzinnen om sprintjes te trekken. Bijvoorbeeld:
- Sprinten na de bochten: iedere keer dat je door een bocht komt, even tien seconden aanzetten. Dan heb je een mooie intervaltraining en je leert meteen sneller bochten rijden.
- Sprint de viaductjes op! Als je dit vaak oefent, weet je op een gegeven moment precies hoeveel je op moet schakelen voor de sprint en wen je eraan om gedurende een kort moment alles te geven.
- Sprint van hectometerpaaltje naar hectometerpaaltje, of de goeie ouwe: naar het plaatsnaambord.
En train je intervallen in diverse omstandigheden op de weg, niet alleen op de Tacx of bij spinnen. Want kun je ook je tempo vasthouden bij harde tegenwind of op klinkers? Dat kun je alleen maar trainen op de weg.
#5 Train geregeld in een snelle groep
Door geregeld te trainen in een snelle groep, laat je jouw lichaam wennen aan hogere snelheden. Stefan: “Je lichaam onthoudt trainingsprikkels. Als je bijvoorbeeld vier uur lang veertig kilometer per uur volhoudt met een lage inspanning in een groep, dan raakt je lichaam aan die snelheid gewend. Dat maakt het voor je benen makkelijker om de volgende keer opnieuw dat hoge omwentelingenaantal op een zwaar verzet te trappen. Je moet daar wel gericht en gestructureerd op trainen. Als je dat vaak genoeg doet, word je daar vanzelf beter in.”
En niet te vergeten, in een groep kun je vaak nét wat meer geven. Op het punt waar je in je eentje terug zou zakken in snelheid, ga je in een groep toch nog op zoek naar dat extra beetje kracht om erbij te blijven.
“Wanneer je je lichaam meer kan laten doen dan het in normale omstandigheden zou kunnen, dan gaat het zich na afloop herstellen en bouwt het een beetje extra reserve op om die inspanning de volgende keer wel aan te kunnen.” En dat is de beroemde supercompensatie. Het filmpje hieronder legt uit hoe dit werkt.
#6 Rijd kop over kop
Kop-over-kop ritjes zijn een ideale en erg leuke training om sneller te worden. Het is dynamisch en uitdagend. Stukken op of boven je omslagpunt (als je op kop zit) wissel je af met rustigere momenten, maar echt rustig wordt het nooit. En lossen is er niet bij. Je zet graag een tandje bij voor je teamgenootjes, want ‘het tempo is heilig’. Samen zetten jullie een snelheid neer die je niet voor mogelijk had gehouden. Zeker als de samenwerking top is. Check voor technische tips hiervoor het artikel ‘Tips om een ploegentijdrit te fietsen’.
#7 Oefen je cadans
Als je sneller wilt worden, moet je ook een hoog omwentelingenaantal kunnen trappen. Denk daarbij aan honderd omwentelingen per minuut of meer. Dat heeft een aantal redenen. Ten eerste fiets je efficiënter met een hoge cadans, waardoor je je spieren spaart. Ten tweede haal je met souplesse pas echt effect uit je versnellingen.
Stefan: “De kunst is om je benen eraan te laten wennen om een hoge cadans te trappen. Zodat je precies dezelfde cadans kunt blijven trappen wanneer je opschakelt, in plaats van terug te vallen van bijvoorbeeld honderd naar zestig omwentelingen. Als je dát kan, ga je hard fietsen.
Lees meer hierover in het artikel: Groot of klein verzet draaien: wat is beter?
#8 Leer sneller bochten rijden
Goed bochten kunnen rijden is een belangrijke vaardigheid als je sneller wilt worden op de racefiets, zeker in een groep. Je hoeft niet steeds gaten na de bocht dicht te rijden, wat enorm veel energie kost. Als je goed bochten kunt rijden, kun je met de snelste groep mee. Voor tips om sneller bochten te rijden, lees het artikel: Sneller bochten rijden in 6 oefeningen.
Veel succes en plezier met deze tips, gas erop dit seizoen!
Volg deze blog
Potjandorie Janneke,
Een heel goed en nuttig artikel met goede adviezen en trainingsopties die we ook bij jonge renners toepassen.
Het meetrainen in een snelle groep lijkt een beetje op het achter de brommer een hoge cadans, hoog hart- longritme opdoen. Zeker wanneer je af en toe uit het wiel komt en sprint en stukken echt demarreert en daarna weer in het wiel voor herstel. Als dat dan nog lukt : )
En vooral het sprinten van lantaarnpaal ( hectometerpaaltje) naar de volgende, 1stuk herstel en bij volgende paaltje weer vol gaan, zware interval. Vaak kunnen velen daarna amper de trap op of af zonder zich vast te houden.
De volgende de dag moet beter maar geen zware rit of wedstrijd hebben.
Hoi Ad, dank je wel! Toevallig heb ik het met trainer Stefan van Klink eerder gehad over trainen achter een brommer, zie daarvoor dit artikel: https://www.zijwielrent.nl/wat-is-beter-wielrennen-groep-alleen. Ik heb het zelf nooit gedaan, maar kan me voorstellen dat het een hele fijne training is. Dat sprinten is erg pittig, knap als je het op kunt brengen zo zwaar te trainen. Daar word je wel sterk van.
Goedemorgen ik wielren nog niet zo lang. Wat raden jullie aan om te kopen? Een sport horloge of wat anders? Heb nu strava gratis en mijn fietscomputertje op mijn stuur. Heb je ’n schema om op te bouwen?
Groetjes Anneke
Hoi Anneke, leuk dat je bent begonnen met wielrennen! Een fietscomputer is prima om mee te trainen hoor. Verder heb je allerlei trainingsschema’s waar je mee kunt werken, maar je kunt ook gewoon beginnen met duurtrainingen. Hier lees je er meer over: https://www.zijwielrent.nl/beter-wielrennen-door-minder-hard-te-trappen. Eventueel een sporttest doen voor een gepersonaliseerd trainingsschema, is ook nog een optie. Veel succes en plezier!
Hallo Janneke ik heb een ongeluk gehad toen ik 12 jaar oud was ben ik van een kar gevallen op mijn hoofd op asfalt terecht gekomen. Ik was in coma door de val ik ben met traumahelikopter naar Erasmus gebracht daar ben ik geopereerd aan mijn schedel . En ik heb er 3 weken in coma gelegen . Ik heb gerevalideerd kan weer lopen . En op 20 jarig leeftijd wielrennen op gepakt . Ik wil met vast klik trappers gaan doen . Maar lastig misschien om mijn linkse voed er uit te klikken die iets slechter is . Maar ik wielren nog niet met iemand anders . Ik wil alles goed trainen mijn benen wielrennen en ik zit ook bij Basic-Fit . En ik ben nog zoekende naar iemand die mij kan helpen om mij goed getraind te krijgen voor wielrennen met vast klik.
Hoi Marijn, wow wat een zwaar ongeluk heb jij meegemaakt. Wat knap dat je, na zoveel tegenslag, toch op de racefiets zit en je jezelf verder wilt ontwikkelen qua techniek en kracht. Het is heel fijn als je vol vertrouwen met klikpedalen kunt fietsen. Dat vraagt wel wat oefening. Een organisatie die trainingen geeft voor fietsers die technisch beter willen worden, is Start2Bike. Dit is een programma van de NTFU. Het is heel laagdrempelig: je kunt ook meedoen als je weinig of geen ervaring op de fiets hebt. Ze werken in een reeks trainingen langzaam naar een rit van 50 km toe. Kijk maar eens op https://www.start2bike.nl. Daar leer je vast ook andere fietsers kennen. Veel succes!
bedankt! top artikel. Zo 5 km fietsen in 10 minuten. Ik hoop dat ik na het fietsen nog de reacties kan terug lezen.